4-5 De aandacht is zomaar open op een vanzelfsprekende wijze

Jaargang 4 nr. 5 (3 maart 2003)


Sinds de vorige Advaita Post is er weer veel gebeurd. Opvallend was een bijeenkomst met meditatie op het Coornhert Gymnasium in Gouda. Zoals meestal op de scholen was het er ontzettend druk: overal gepraat en geschreeuw. Met het mediteren was het echter een tijdlang volledig stil. Dat was nog nooit gebeurd, zei men. Zowel docenten als scholieren zeiden, dat het de moeite waard zou zijn meer aan meditatie op school te doen, ter bevordering van een rustige geest en van meer zelfkennis. Ja, waar niet?
Vorige woensdag richtten we ons op ‘devaloka’, de wereld der goden, om ook de devotionele en goddelijke sfeer beter te leren kennen. De aankleding, het licht, de muziek, de teksten, ze werkten mee om diep in die sfeer te komen. Daarmee kwam veel open op gevoelsmatig vlak. Zo kon verder worden gekeken naar de grenzen van de dualiteit. A.s. woensdag zou ik hierop verder willen gaan.

Het Advaita Centrum begint nu een echt centrum te worden. Er worden extra lessen yoga en meditatie gegeven door Agnes (zie de vorige AP en de Kalender). Van twee kanten is er een aanbod om iets te gaan doen met schilderen (beeld en advaita). De bibliotheek breidt zich hard uit en er is leesgelegenheid. Voor de vrijdagmiddag-openstelling diende Gert-Jan zich aan. Zijn er nog anderen die als gastheer/gastvrouw willen optreden? Er zou dan een rooster gemaakt kunnen worden.

Het derde en laatste deel van het interview met Harry is te vinden als bijlage.

Lijden en bewustzijn

In deze rubriek komt elke keer de hardleersheid aan de orde. Blijkbaar moet eerst het lijden een bepaald niveau hebben bereikt, voordat er bewustwording ontstaat en er geleerd wordt. Op allerlei punten moet het lijden blijkbaar ontzettend groot worden, voordat er wordt geleerd.
Degenen die al langer Advaita Post krijgen, herinneren zich de stukjes over de MKZ-crisis. Men denkt er wat van geleerd te hebben, namelijk om door technische maatregelen een volgende crisis te voorkomen. Het echte leren moet blijkbaar nog komen, want de hele bio-industrie gaat gewoon door. Nu is er het lijden voor mens en dier bij het uitbreken van de vogelpest. Opnieuw is er het ‘ruimen’ van grote aantallen dieren. De boeren beklagen zich, want ze merken het aan hun beurs. Hoe groot moet het lijden zijn, waarbij men fundamenteel anders met levende wezens zal omgaan?

Tekst

Uit een gesprek op Schiermonnikoog, 14 juni 2002, deel 5
Openen van de aandacht en het zien, vervolg

Waar ik tegenaan loop is dat ik erg in mijn denken ga zitten, dat ik iets moet doen bij het uitbreiden van de aandacht.
Het is niet meer dan een oefening, dus denk er eerst maar over na zodat je weet wat de aandachtsoefening inhoudt. Maar, belangrijker is het doen. Daarbij is er een kijken. Je ziet de dingen, maar meteen kun je de aandacht verder laten gaan en zijdelings laten uitbreiden. Dan is er geen denken meer. Ik vertel het eerst in woorden. Jij pakt de woorden op, uitstekend. Maar dan zul je ze moeten omzetten in het werkelijke doen. Dat kan eerst vrij kunstmatig zijn, maar tijdens het doen is het op een gegeven ogenblik niet meer kunstmatig. De aandacht is dan zomaar open op een vanzelfsprekende wijze. Dan is er echt geen denken meer. Dus, gewoon doen. Wees wel bewust van die overgang. Hoe is het eerst, hoe is het daarna? Wat gebeurt er verder? Blijf heel helder zien hoe het werkt. Hoe werkt het verder?

De ruimte breidt zich dan automatisch uit, en je gaat er achteraan.
Je gaat er achteraan? Dat kan. Als je werkelijk achter de verdergaande aandachtsimpuls aan gaat, wat gebeurt er dan? Als je werkelijk meegaat met die impuls?

Dan verdwijn je.
Ja, de impuls gaat door tot in de oneindigheid. Als die impuls werkelijk zo sterk is dat je helemaal meegaat, dan verdwijn je in het oneindige. Laat het zo maar eens gebeuren. Ga dan heel concreet, stapje voor stapje, verder. Begin maar gewoon naar die muur te kijken en stel vast: nu ben ik bij de muur, maar daarachter ervaar ik ook ruimte. Daarin ga ik mee. En daar is het einde van Schiermonnikoog. Hup, daar ben ik ook. De horizon, ja, daar ben ik ook, de ruimte boven die horizon, daar ben ik ook. Dus zo kan het.

Ja, maar het is moeilijk om dat helemaal radicaal te doen.
Je zegt het zelf. Je kwam er zelf mee. Je denkt aan de hemel en je bent er. Je denkt aan de hel en je bent er. Je denkt aan het oneindige, hup, je bent er, als je maar werkelijk de aandachtsimpuls daarheen laat gaat en je laat jezelf meevoeren.

Het is dus een kwestie van overgave.
Natuurlijk, want het is een loslaten van je oude situatie.

Het is eigenlijk vaak gemengd. De beweging is er, maar er zit ook nog ergens het vasthouden.
Het is goed om die dynamiek te leren kennen, maar ook om een keer mee te maken dat het proces honderd procent doorgaat. Maar ja, het gebeurt continu, voortdurend. Wanneer je een prachtig schilderij ziet, word je er helemaal ingezogen.

Er zijn ook momenten als je eventjes zit, waarop alles ineens helemaal verdwijnt.
Vanuit de opening van aandacht is er het oneindige en dan is er een tijdje helemaal niets. Je bent dan opgegaan in het oneindige. Dat is dus een mogelijkheid.

Het is moeilijk om me steeds daarvan bewust te blijven. Je komt buiten, vergeet het even en je valt weer terug.
Omdat het beperken van aandacht zo’n diepzittende gewoonte is. Het is niet alleen maar een gewoonte op mentaal vlak, dat je alleen maar op de oude manier blijft denken. Nee, het heeft ook te maken dus met dat lichamelijke standpunt van je, omdat je steeds weer vanuit het lichaam alles ervaart. Het lichamelijke standpunt heeft continu te maken met dingen die relevant voor je zijn in de wereld. Het oneindige is lichamelijk niet zo relevant, meestal. Misschien is dat zo op het einde van je leven, verder niet. Wat je kan bedreigen of wat je wilt hebben, ja, dat is allemaal dichterbij. Maar, als je werkelijk vanuit het lichamelijke standpunt alles helemaal open gooit tot in het oneindige, ja, dan gaat er iets werken, dan gaat er iets veranderen. Daar ging het nu om, om dat wat preciezer te bekijken en daar zullen we op terugkomen.
Iemand anders over wat er verder gaat gebeuren?

Als de sfeer van zelf-zijn groter wordt, ontstaat er een grote eenheid.
Als je meegaat met de uitbreiding en je blijft ook hier zitten, word je een met alles. Dat is bij jou het geval. Arno vliegt meteen achter de beweging aan en die zit hier niet meer. Arno is verdwenen. Maar als je niet verdwijnt, als je blijft zitten, terwijl die beweging verdergaat, breid je je uit. En dan ben je alles. Je zit ook nog hier, en wat dan?
Probeer het zo goed mogelijk te zien en te verwoorden, dat is belangrijk. Je kan het nog verwoorden, want je hebt het eigenlijk al gezegd: er is eenheid, maar je zit nog hier. Nu?

Ik heb het gevoel dat er nog iets moet gebeuren, dat ik helemaal verdwijn.
Goed, dat is misschien het volgende punt, maar eerst in jouw situatie stel je vast: er is een uitbreiding tot in het oneindige en ik zit hier. Ja, dan ben je alles en je hebt hier je centrum. Dat is ook een mogelijkheid. Het is goed om dat te zien. Dan kan het op een bewuste wijze verder gaan.

De relatieve werkelijkheid is een projectie op de Absolute werkelijkheid.
(Arjen)

Bijlage

Laat het wonder het wonder zijn
Interview met Harry van Zomeren, deel 3
door Patricia van Bosse

Het inzicht dat je kreeg bij je doorbraak was dus dat wat je bent, dat is wat je je niet kan herinneren. Dat is een mooie manier om het te beschrijven.
Als je overdag iets beleeft en het maakt indruk op je, dan is dat sterker dan wat in een droom gebeurt. Maar als ik aan een heldere droom terugdenk, is die herinnering geladen; ieder moment dat ik het op laat komen is het er in al zijn schoonheid en intensiteit. Toch zijn er wel beelden, een verhaal, dat je kan beschrijven of herinneren en dat de mogelijkheid heeft om wat er toen was zo te verlevendigen dat het echter is dan echt. Dus een heldere droom kan je niet meer uitwissen; die werkt als een heel sterke ingriffing. Maar wat in die nacht gebeurde is geen verhaal meer, eerder het omgekeerde van een verhaal. Je kunt het je zelf niet eens meer herinneren dat er iets was waar je een verhaal van zou kunnen maken en dat blijkt dan zo veel sterker te zijn dan een verhaal of een beeld. Het is juist de afwezigheid van alles. En die ingriffing van dat onherinnerbare is dus nog vele malen sterker dan van welke ervaring dan ook.
Je kunt met recht zeggen: je bent het onvoorstelbare. Je kunt er het woord bewustzijn op plakken, maar de werkelijkheid van de ervaring is zoveel grootser, zoveel onzegbaarder, zoiets als een totale inwerking en nawerking die het hele leven definitief verandert; het komt niet meer terug zoals het was. In het begin maakte ik nog wel eens een vergissing om er een bepaald woord op te plakken; dat is niet zinnig en werkt verwarrend naar anderen.

Hoe is je ontwikkeling verder gegaan?
In het begin toen ik die openheid en bevrijding leerde kennen, ging het vrij gemakkelijk en in de mooie kant ervan gaat het vanzelf; dan spreek je van vanzelfheid. Ik leerde ook tegenkanten kennen. Er zijn testen, pijnlijke en moeilijke situaties. Maar het krijgt de kwaliteit dat je dat gewoon kan verdragen, dat je het kan nemen zoals het komt en niet in verzet komt. Ik heb bijvoorbeeld verschillende periodes met ziekte, met keelontsteking, te maken gehad. Ik zag ook het nuttige en vaak de bizarre schoonheid er van in en kon me er aan overgeven.
Het was een openbaring voor me dat ik me ook in het negatieve kon openen, dat het niet alleen geluk was. Nee, de bevrijding is juist ook dat het ongeluk dragelijk wordt. Het is volkomen onlogisch, want de logica wil dat alles steeds beter wordt. Maar uiteindelijk heeft een neutraal standpunt de beste mogelijkheden: want er is immers een heen en weer gaan van positief en negatief en een voortdurende wisselwerking. Mensen hebben niet in de gaten dat je steeds dat middengebied passeert, maar daarin ligt juist de mogelijkheid om te ontspannen en een neutraal standpunt in te nemen waar alles kan en mag gebeuren. In die ontspanning zit de verruiming. Toen ik dat ontdekte maakte het niet uit of ik nou tegenslag had of een meevaller, ook in mijn werk. Een hele tijd had ik weinig werk en dat is dus een tegenvaller. Er is ook een tijd geweest dat het meeviel en bij elkaar blijft het een soort wonder dat het allemaal zo plaats vindt. Ik geef me gewoon over aan het grote wonder.
Dus de bevrijding is noch het een noch het ander. In het gezamenlijke veld is het een lichter worden van alles wat zwaar zou kunnen zijn, maar als het allemaal goed zou zijn, zou je het ook niet meer kunnen bevatten. Al die religies maken licht goed en donker slecht, maar dat is een zaak van scheeftrekken. Dus uiteindelijk is het bewustzijn waar je over spreekt noch licht noch duisternis, maar het wordt als licht benoemd.

Dat laatste deed me denken aan een gedicht van Harry:

“DAT-LICHT”
Noch licht
noch duisternis
staan op zichzelf
Enkel “Dat-Licht”,
voorbij aan de
samenhang tussen
het wisselende
licht en donker
verschijnende iets
Voorafgaande aan
het wisselwerkende
zintuiglijk licht.
Donkerloos-Licht
“Dat-Licht”
Dat wat het
bewuste belicht.
Jijzelf; bent, “Dat”
“Bewust-Zijn-Licht”.


Positief en negatief gaan samen en zijn samen volledigheid. Ik moet lachen om dat gevoelsmatig altijd maar weer uit elkaar trekken in goed en slecht, normen en waarden, moraliteit. Altijd wordt dat in de begrippen gestopt en uit elkaar getrokken, terwijl er in feite geen kop of staart aan te verbinden is. Vanuit die religieuze aannames die ik van huis uit had meegekregen is er een grote verwarring en als je dat ziet kan je er ontspannen om lachen. Het is pas sinds kort dat ik het woord God weer kan gebruiken, daarvoor riep dat teveel gedachten van vroeger op.

Uit een recente tekst die Harry schreef naar aanleiding van een schilderij waarin het NU centraal staat:

‘Door genade haakt God je uit de tijdzee
om je in zijn eenvoud te verenigen en
in dat omkeerpunt ‘nu’
terug te keren in Godeenheidlicht’


Is het schilderen veranderd?
Het is veel directer geworden, ik laat veel meer aan mijn intuïtie over. Ik ben portretten gaan schilderen van Nisagardatta en Ramana Maharishi. Recent heb ik een portret van Alexander Smit gemaakt. Door die open beschikbaarheid kan er een subtiele aanraking door me heen komen, die ook weer in het schilderij terechtkomt. Die aanwezigheid kan voor degene die het portret ziet ook weer behulpzaam zijn. Maar ook bij de andere schilderijen kan ik zeggen dat er een dimensie bij is gekomen. Het is rijper geworden door de levendigheid van de subtiele indrukken.

Ben je anders tegenover andere mensen komen te staan?
Ik heb wel moeilijke ervaringen omdat sommigen er niets van begrijpen. Daar heb ik veel verdriet en tegenwerking van te verwerken, maar dat is allemaal dragelijk. De last wordt lichter gemaakt dan die anders zou zijn.
In het contact met anderen heb ik geleerd iets op gang te brengen. Want ook al voel ik die eenheid, ik laat merken aan de andere persoon dat ik open sta. Dan is er belangstelling voor elkaars waarheid die natuurlijk altijd betrekkelijk is, maar toch. Die grote waarheid is onzegbaar, daar kan je geen vinger tussen krijgen en heb je in relatieve zin niets aan.
Ik heb ook geen autoriteit buiten me meer nodig, de dingen komen van binnenuit, spontaan is er als het ware een waterpas. Er zijn geen vragen meer. Ik verwar het absolute en relatieve niveau niet meer. In het absolute komt een impuls en die pas je aan de relatieve situatie aan, of eigenlijk laat je het bewustzijn gebruik maken van het relatieve. Je bent een middelaar geworden en biedt geen weerstand aan de regelaar, dus ik bemoei me niet als persoon met wat er gebeurt en kom er ook niet mee in conflict. Zo is er geen enkele zekerheid in relatieve zin aan te ontlenen, maar van binnenuit is er toch die stabiliteit die niet te snappen is. Het is het wonder van de genade. En het is een staat van vertrouwen, van liefde en je zou ook kunnen zeggen van geloof, waar je je steeds aan overgeeft.

Tot slot nog een gedicht van Harry:

“Dat“ ben jij!
Verschijnende
Veelvuldigheid
Ondeelbare
Eenvoud.


Het atelier van Harry is vrijblijvend te bezoeken. Tel.nr. 06-54726577


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod