7-9 In de ontspannen ervaring, is je zijnssfeer universeel

Jaargang nr. 7 (9 mei 2006)
Waarom en kunnen wij niet,
mijn vriend, waaromme
waarom toch
lijk de blommekes zijn
die rondom u, rondom
mij staan ?

Guido Gezelle



Het leven gaat door zolang als het leven doorgaat, ook in het prachtige voorjaar met al de bloemen.
De vraag is steeds weer: hoe zit het met jezelf?
Alleen als zelf-zijn zo’n grenzeloze openheid is dat je op totaal eenvoudige wijze de bloemen bent, is deze vraag niet relevant.
Hoe zit het met je zelf-zijn? Is de vraag nog relevant?
Wees daarin uiterst helder, tot op de meest subtiele niveaus.
Velen hebben een ervaring van open-zijn. Slechts bij een enkeling is de openheid de enige werkelijkheidsfeer geworden.
Voor zover dat niet het geval is en er toch een besef is dat dát het belangrijkste is – blijf dan bij dat besef, het belangrijkste wat er is in je eigen sfeer.
Dan gaat dat eigen besef zich openen tot openheid waarin het eigene is opgegaan en waarin je zomaar de bloemen en het hele voorjaar bent.


Tekst

Uit een inleiding op Stoutenburg, 28 augustus 2005 – deel 1

Het is een mooi proces, het proces dat plaatsvindt als even de stilte valt. De beperkingen van je eigen sfeer verdwijnen. Je kunt de ervaring hebben dat je door de bodem van je persoonlijke sfeer zakt, dat je er onderuit valt in het naamloze, het onuitsprekelijke.
Als je intern helder blijft, is heel duidelijk vast te stellen dat dat gebeurt. Als je helder blijft, zie je ook wat nog niet is opgelost.
Dat proces van wegvallen en oplossen is het belangrijkste. Laat dat maar doorgaan. Wanneer het radicaal doorgaat, uitstekend, dan hoeven we nergens over te praten. Voor zover dat proces niet volledig doorgaat, is het nuttig om naar bepaalde dingen te kijken. Het is dan belangrijk dat je bij jezelf herkent welke mechanismen er zijn, welke situaties er zijn. Als je die herkent, dan weet je hoe het zit. Dan weet je ook hoe je oriëntatie zal moeten zijn om dat oplossingsproces door te laten gaan. Als je oriëntatie goed is, gaat het proces van verruiming verder. In de stille openheid gaat het proces verder. Daar gaat het om.
Zullen we nog eens kijken naar die verschillende kenmerken die veranderen in dat proces?

Je gaat zitten en er komt ontspanning. Stilte komt. De ruimte wordt groter. Zie maar vanuit je eigen ervaring: eerst praatte je als een ik-persoon met anderen; je bekeek de wereld rondom je; er was actie en reactie. Dan is er stilte, ontspanning. Je eigen zijn-sfeer verruimt zich.
Die verruiming - wat betekent die? Dat de grenzen die er eerst waren bij het ‘ik praat met iemand anders’ en ‘ik zit hier te kijken naar iets anders’, dat de grenzen tussen jezelf en de anderen en de wereld verdwijnen. Wanneer eenmaal die verruiming doorzet, dan is er geen houden meer aan, want die verruiming zet zich door tot in het oneindige. Ga maar kijken.

Als er nog ergens een blokkade zit, als er nog spanningen zijn, merk je dat direct. In helderheid stel je het vast: de verruiming zou nog verder kunnen gaan. Als je dat merkt, heb je ook een besef van dat ‘verdere’. Er is een besef van oneindig-zijn.
Als je je zo opent, gaat het proces verder in die richting. Dat betekent dat de ik-spanning verdwijnt die je beperkt hield. Dan is er onbegrensd zelf-zijn. Daarin wordt niets afgewezen, want bij elke afwijzing houd je iets op afstand. Het is een acceptatie van alles wat zich aandient. In de ontspanning breidt zelf-zijn zich uit in alles en iedereen.

Dit gebeurt het gemakkelijkst op het niveau van het gevoelsmatige zelf-zijn. Als je terugkeert naar je hart-gevoel, gaat dit heel gemakkelijk open en wordt dit oneindig. Voor de andere zintuiglijke sferen geldt hetzelfde. In het zien zit je meestal tegen de dingen aan te kijken, maar dat hoeft niet. Er is een ander soort zien dat open is, oneindig open. Je kunt je lichaam op een afstand zien als een ding, maar je kunt je lichaam ook zien op een wijze waarin je lichaamsgevoel zit, de interne ervaring je lichaam te zijn. Behalve als er iets met je lichaam aan de hand is, bij een ongelukje of zo, kijk je naar je hand als een object. Dan is er even een scheiding tussen jezelf en datgene waar je naar kijkt. Maar meestal is je lichaam opgenomen in je sfeer waarin je ervaring open is, zonder grenzen. De vele vormen van je lichaam zie je en toch ervaar je je lichaam intern als een geheel; je bent het totaal. In de ontspannen ervaring, is je zijnssfeer universeel. De hele kosmos is je lichaam. Terugkerend naar jezelf in ontspanning, ervaar je dat de hele werkelijk je eigen, ene, ongebroken sfeer is. Het is een oneindig ruim zijn.

Als je dit enigszins ervaart, zie je de beperkingen van een terugkeer naar een beperkt ik: ik tegenover de ander, ik tegenover de wereld. Je ziet hoezeer dat met spanning gepaard gaat, hoe kunstmatig die situatie is.
Iedereen die op een spiritueel pad zit, zal deze verschijnselen in min of meerdere mate ervaren. Je ziet ook dat mensen dat heel gemakkelijk herkennen. Als er iets meer ruimte komt, is er ook de herkenning dat dat belangrijk is. Alles wat ruimte geeft is positief, alles wat beperkt is negatief.
Laat dus het proces van verruiming maar radicaal doorgaan. De oneindigheid van ruimte zonder grenzen is er altijd al.

Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod