Leidinggeven opnieuw uitvinden


Niels Willems

Uit: P-pers  01 - 2005

Je rechterhand heeft (ervan uitgaand dat je rechtshandig bent) vele slimme plannen geschreven en je linkerhand niet één. Zo bezien is je linkerhand nutteloos. Maar toch voelt de rechterhand zich niet superieur boven de linker. En de linkerhand heeft geen minderwaardigheidscomplex ten opzichte van de rechter. Deze logica, bestaat niet tussen mensen.

Wij mensen zien onszelf niet als onderdelen van één groter geheel, maar als aparte entiteiten. We hebben namelijk de eigenaardigheid ons te identificeren met het standpunt van waaruit we de dingen bekijken. Zo'n geïdentificeerd standpunt wordt aangeduid met het woord 'ego'. Hoe groter de gehechtheid aan het eigen standpunt is, des te groter is het ego. De samengebalde wilskracht van het ego, hebben we nodig om iets voor elkaar te krijgen in een wereld tussen ego's. Maar power alleen is uiteindelijk niet genoeg. De paradox is dat we in onze onderlinge communicatie pas effectief kunnen zijn, als we ons uit ons eigen standpunt verplaatsen kunnen in dat van de ander. Wij mensen kunnen dat. We hebben het vermogen ons meerdere 'waarheden' voor te stellen. Dit heet inlevingsvermogen. Voor grote ego's is dat natuurlijk lastiger dan voor kleine ego's. Het is moeilijker om met je communicatie aan sluiting te vinden met de gevoelens, behoeften en belangen van anderen, als je vooral hecht aan die van jezelf. De uitzonderlijke talenten die zowel een groot ego hebben, als een sterk gevoel voor de beleving van anderen, zijn in de wereld van ego's de grote winnaars. Zij zijn in staat de politieke arena naar hun hand te zetten. Zij weten hun wil op te leggen, via en op anderen. Dit zijn de types die traditioneel het leiderschap naar zich toe kunnen trekken.

Recentelijk zijn er evenwel inzichten, dat dit type leiderschap binnen organisaties, eigenlijk maar suboptimale resultaten oplevert. Hierbij gaat men uit van de idee dat mensen tot een hogere vorm van intelligentie kunnen komen met elkaar, niet door het recht van de sterkste en slimste te laten gelden, maar door juist de egoverschillen tussen mensen te deëscaleren. Door het wegvallen van scheidingen, ontstaat een gevoel van eenheid. Beladen, ingewikkelde onderlinge verbanden vallen weg waardoor het zicht weer open komt. Door de bomen kan men het bos weer zien en er ontstaat ineens ruimte om dingen gewoon te gaan doen. Mensen die in een sterk gevoel van onderlinge eenheid opereren, kunnen in de ervaring komen in gezamenlijkheid tot oplossingen te komen, waarvan ze weten dat er zelf nooit op gekomen waren. Ze zien zich dingen doen waarvan ze dachten dat nooit voor elkaar te krijgen. Leiders van dit soort processen, lijken niet op de leiders die we traditioneel kennen. Ze houden zich immers niet bezig met het ons bekende spel. Ze richten zich op heel andere dingen. Het ligt meer in hun aard dat ze op de bal in plaats van op de man spelen. En je hoort ze niet veel, want ze doen vooral. Ze tonen zich verantwoordelijk voor de taak die ze te doen hebben. Ze zijn niet met hun eigen succes bezig, maar met dat van de zaak. Ze wijten mislukken niet aan omstandigheden of aan het handelen van anderen. Ze hebben ontdekt waar ze goed in zijn, en kapitaliseren die kwaliteiten. Ze scheppen geen onrealistische verwachtingen, maar laten onverwacht geweldige resultaten zien.

Managers met deze eigenschappen, zijn niet automatisch een leider. Sterker nog: het zullen vaak volgers blijven. Het belangrijkste dat ze te doen hebben om leider te worden, is stoppen bescheiden te zijn over hun bescheidenheid. Als het lelijk eendje dat ineens ziet dat ie een prachtige zwaan is. Ze moeten zich beter bewust worden van hun kwaliteiten en de waarde ervan om ze over te brengen op anderen. Wat vervolgens niet gemakkelijk voor ze zal zijn, is om hun aandacht van sec het bereiken van dingen te verschuiven naar het leidinggeven aan processen waarbij mensen met elkaar tot ongekende dingen komen. Zouden ze zich inderdaad willen overstijgen, dan zouden ze ook een nieuwe, eigen, manier van leidinggeven moeten uitvinden. Als ze kopiëren wat anderen doen, dan zullen ze snel hun plafond bereiken. Er zijn genoeg anderen beter in het egospel dan zij.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod