De betrekkelijkheid van vrij-zijn en bepaald-zijn

In: InZicht. Wegen van radicaal zelfonderzoek 3 nr. 1 (februari 2001), 36-37

Jan Emmens, van wie in het vorige nummer van InZicht teksten stonden, heeft het dubbelzinnige samengaan van het gegevene en vrijheid als volgt weergegeven.

De vrije wil

Het heeft mij behaagd mij reeds vroeg te begeven
naar wat toevallig mijn werk is. Om vijf uur
behaagde het mij het diner te gebruiken
in wat toevallig mijn huis is. Daarna
behaagde het mij behagen te scheppen
in wie toevallig mijn vrouw is. Tenslotte
behaagde het mij ’s nachts zeer wel te rusten.
Het heeft mij behaagd dit te hebben gezegd.

(in: Kunst en vliegwerk, G. A. van Oorschot, Amsterdam 1971)

Het behagen scheppen vindt vanuit vrijheid plaats en is haast koninklijk, maar het is een behagen scheppen in het gegevene. Zo gaan de ervaring van vrijheid samen met de ervaring van wat niet zelf is geregeld. Is dat een probleem? Meestal niet, alleen als het denken zich ermee bemoeit. Het denken plaatst vrij-zijn tegenover bepaald-zijn. Als wordt gezegd dat alles en iedereen bepaald wordt, verwijst men naar ketens of netwerken van oorzaak en gevolg. Vaak wordt gesteld dat uiteindelijk een geheel van natuurwetten, de Natuur of een God alles regelt. Vrijheid zou onmogelijk zijn door de universele causaliteit, want alles en iedereen wordt daardoor bepaald.

Gelukkig, zo denken velen, zijn er gebieden waarop de wetenschap nog niet erg ver is gekomen. Het weer, de effectenbeurs en mensen, om maar wat te noemen, onttrekken zich veelal aan de wetenschappelijke voorspellingen. Maar, is dit een garantie voor vrijheid? De wetenschap heeft zich in een paar eeuwen stormachtig ontwikkeld en deze ontwikkeling gaat stormachtig door. De kennis die eerst nog in naam van het geloof of van menselijke waardigheid kon worden afgewezen, kreeg later zo’n evidentie dat iedereen die ervan kennis neemt het in een of andere vorm accepteert. Dit geldt bijvoorbeeld voor de biologische evolutie en voor de neuropsychologie. Veel van wat men als ‘ik’ zag (lichaam, geest, karakter), is verklaard vanuit de kennis van oorzaken. Als men vrij-zijn tegenover bepaald-zijn stelt, is dit vrij-zijn dus niet definitief veilig te stellen. Een tweede lering is, dat de leer van het bepaald-zijn, het determinisme, niet veilig te stellen is. Hoe de groei van de kennis ook verder gaat, het bepaald-zijn blijkt steeds samen te hangen met de stand van het kennen. Wij zijn het die vanuit een bepaalde kennis zeggen dat ons gedrag door hormonen, en ons bewustzijn door alcohol wordt bepaald, etcetera. Vanuit een ander standpunt hebben wij niets met die kennis te maken. Bijvoorbeeld, als we met anderen een goed gesprek hebben, is in die communicatiewereld meestal geen plaats voor het fysische en het chemische. Als we ons niet meer identificeren met het lichaam, is er een andere werkelijkheid. Als vrijheid tegenover bepaald-zijn wordt gesteld, is dat een zaak van ons kennen, van de hoeveelheid kennis en van de kenwijze. Deze betrokkenheid op bepaalde menselijke kennis laat zien dat deze visies van vrijheid en bepaling betrekkelijk zijn. Vrij-zijn en bepaald-zijn kunnen dus nooit los van de stand en de aard van onze kennis worden besproken, zoals vele auteurs doen. Het zijn door en door betrekkelijke denkbeelden.

Dan is is nog de nieuwe natuurkunde. Het determinisme zou op fundamentele wijze worden doorbroken in de kwantumfysica. Talloze New Age-auteurs grijpen naar deze laatste strohalm om te laten zien dat vrijheid wetenschappelijk kan worden bewezen, of dat vrijheid in de wetenschap een plaats heeft gekregen en dus een eerbare zaak is. Maar, jammer voor hen, dit is een misverstand. De onzekerheidsrelatie van Heisenberg zegt alleen dat er een onmogelijkheid is bepaalde eigenschappen van het elektron tegelijkertijd vast te stellen. Ze betekent niet dat het determinisme wordt doorbroken, want het gaat alleen over onze conditie waardoor wij falen iets vast te stellen. Ook de fundamentele beïnvloeding van het waargenomene door onze waarneming doet niets af aan het determinisme, want het geheel inclusief de waarneming kan men als een deterministisch systeem blijven zien. Verreweg de meeste natuurkundigen blijven dan ook determinist, hoewel ze accepteren dat wij de gesloten causaliteit niet geheel kunnen achterhalen. Dit alles geldt ook voor de relaties die door waarschijnlijkheden in plaats van door vaste relaties van oorzaak en gevolg worden gekarakteriseerd. Dat wij bij waarschijnlijkheden blijven steken, heeft alles te maken met onze beperkte waarnemingsmogelijkheden. De universele causaliteit blijft staan.
Ook hier blijkt het determinisme, de visie dat alles onderworpen is aan natuurwetten, afhankelijk te zijn van personen. Het valt niet te bewijzen of te ontkrachten door naar de ervaring te verwijzen. Het is een visie, postulaat, overtuiging of levensbeschouwing, kortom een denkbeeld. Sommigen koesteren dit denkbeeld, anderen verafschuwen het. Zoals alle denkbeelden is ook het denkbeeld van een volledig bepaald-zijn, het determinisme, maar ook het denkbeeld dat er geen gesloten bepaling mogelijk is, het indeterminisme, betrokken op de denkwijze van personen in hun wereldje. Ook hier is de betrekkelijkheid duidelijk.

Wat blijft er over van vrijheid en bepaald-zijn? Niet meer dan denkbeelden die onder bepaalde omstandigheden worden gehanteerd met het oog op bijvoorbeeld het ontwikkelen van verantwoordelijkheid of van techniek; in de spirituele sfeer: om de ander wat te leren. Soms is het goed het bepaald-zijn door interne en externe factoren te benadrukken, in de gevallen waarin een persoon denkt alles te kunnen regelen (‘ik doe mijn best de vrijheid te bereiken’). Voor zover er sprake is van een ‘ik’ dat aan vormen vastzit, zal er (kennis van) bepaling zijn. Alleen het Zelf zonder vormen en eigenschappen is onbepaald, vrij van bepaling en vrij tot bepaling. Soms is het goed leerlingen aan te sporen hun vrijheid op te pakken, in de gevallen waarin zij te passief en te kortzichtig zijn.
In beide gevallen gaat het uitsluitend om een didactische of agogische methode, niet om een uiteindelijke waarheid. De methoden zijn dus des te beter naarmate ze sneller de betrekkelijkheid van het gestelde laten zien. Het omgekeerde kan evengoed worden gezegd en beiden zijn eenzijdig in de benadering. Ze lossen op zodra dit inzicht doorbreekt. Over blijft het onnoembare. Zolang het leven doorgaat en er geen kunstmatig denken is, is er de niet-dualistische dubbelzinnigheid van het bepaalde en de vrijheid.
Het heeft mij behaagd dit – met alle bepalingen - te hebben gezegd.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod