21. Ervaringen bij mediteren

Tijdens de laatst-bezochte Stiltedag, specifieker: tijdens de eerste ochtendmeditatie, viel er "iets" samen met een beeltenis/ gebeurtenis, terwijl deze beeltenis/ gebeurtenis desalniettemin aanschouwd kon worden.
Hoewel tijdens meditatie allerlei "objekten" voorbij kunnen kabbelen, die in het algemeen fluks worden losgelaten, zo er al sprake is van enig moeten loslaten, zou het toch fijn zijn wanneer jij iets over het bovengenoemde zou willen zeggen.
ACHTERAF beschouwd, eenmaal tussentijds uit de meditatie, was e.e.a. nogal indrukwekkend.
En vielen er enkele tranen.
Terwijl het subtiele gevoel, dat later opkwam, vreemd genoeg tóch niet goed thuis te brengen viel.
Wel weet ik, dat het gevoel iets van eenzaamheid behelsde. Wellicht vanwege het beeld. Maar ook door het gevoelde opgeheven zijn van ook maar énige bestaande "zingeving".

Het gaat om het volgende.
Tijdens de voor-laatste Stiltedag gaf je aan, dat het goed is met open ogen te mediteren. Sindsdien doe ik dat. En ontdek dat het vaak dieper gaat, dan bij het mediteren met gesloten ogen. Het lijkt alsof je minder snel ergens in verzandt. (in een zich aandienend beginpunt van een gedachte, in een gedachte, of in de schaduw van een voorbije gedachte) Ik vestig dan de blik wat losjes en ruim rondom een punt op de vloer, enkele meters voor me. Heel soms worden de ogen enkele minuten gesloten. Wanneer ze wat droog worden, bijvoorbeeld. Dat gaat vanzelf.

De vraag bestaat uit 3 delen.
1) Tijdens meditatie-momenten met gesloten ogen, spelevaren er altijd kleurvlekken.
Die vlekken zijn meestal van een stralend indigo-blauw, sóms van een subliem teer hemelsblauw.
Nu kleef ik daar niet meer feestelijk aan vast, konstateer louter even dat ze er zijn.
Zijn deze kleuren te beschouwen als verschijnselen op fysiek vlak? (voortgebracht door de hersenen?)

2) Tijdens de diepe eerste meditatie op de Stiltedag nam "iets" een beeltenis/ gebeurtenis waar: de witte, fijnlijnige contouren van een mensfiguur. Het betrof alleen de contouren van een bovenlichaam en hoofd. Dat "iets" schouwde dieper, en konstateerde dat de ruimte binnen de contouren leeg was. In de verte was er vaag iets te zien van een grasachtige struktuur. Dat "iets" was tijdens die konstatering stil en neutraal, maar er viel ook een zweem te bespeuren van een mengeling van uiterst-lichte verontrusting/ verbazing. Vervolgens stak er een windvlaag op, en blies de witte contouren weg. Te zien was, dat deze contouren in transparante stukjes (als slangehuid, zoiets) uiteen rolden, en over een lege vlakte wegdwarrelden. Hierna kwam ik uit meditatie. Waarna de ervaring (er was weer een "ik-persoon") zoals genoemd aan het begin. Natuurlijk valt er te zeggen: gewoon voorbij laten gaan, dat was dan dat. Maar valt er toch iets over te zeggen?

3) Bij het met open ogen mediteren tijdens de ochtend van de Stiltedag, kregen alle voorwerpen en mensen mollige, witte randen. Later moest ik aan het woord "aura's" denken. In de namiddag kregen alle voorwerpen randen van stralend oranje, en alles (voorwerpen en vloer) leek in oranje in elkaar óp te gaan. Geen wit meer te zien. Mijn vraag: gaat de meditatie wel op de juiste wijze?!


Uit het antwoord

Bij 1.
De fysiologische benadering van verschijnselen is best mogelijk, maar deze staat los van de eerste-persoonsbenadering benadering van binnenuit. Dus over de kleuren is zowel iets fysiologisch te zeggen, bijvoorbeeld in termen van staafjes en kegeltjes van het netvlies, als iets dat te maken heeft met jouw eigen situatie, bijvoorbeeld dat jij in een feestelijke sfeer zit.
Het is goed dit soort verschijnselen alleen maar vast te stellen en er niet veel aandacht aan te geven. Doe je dat wel, dan zit je er gauw aan vast.

Bij 2.
Bij een diepere meditatie kom je in sferen die 'ijler' of 'subtieler' zijn dan die in het dagelijkse leven op de voorgrond staan. Nog meer dan in het dagelijkse leven hebben de verschijnselen die zich dan voordoen te maken met jezelf. Juist omdat de hardheid van de dingen is verdwenen, hebben de subtiele zaken de kans om naar voren te komen en opgemerkt te worden. Soms ontstaat in die subtiele wereld een duidelijk nieuw inzicht. Voor zover dat ruimte geeft is dat mooi. Dan kun je alles weer loslaten. Als er geen inzicht komt, kun je het beste de vormen direct weer loslaten. Dit loslaten is dus je aandacht er niet op gevestigd houden, maar het proces van ontspanning met een zo open mogelijk bewust-zijn laten doorgaan.
Jouw ervaring van de zich oplossende contouren: een projectie van het proces dat bij jou plaatsvindt.

Bij 3.
Ja, als je maar niet aan die verschijnselen vast blijft zitten. Laat het meditatieve proces verder gaan dan de wereld van aura's, lichtende figuren,


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod