6-6 Als je als openheid alles spontaan laat gebeuren, zie je dat er meer mogelijkheden zijn

Jaargang 6 nr. 6 (4 april 2005)

De publiciteit rond het overlijden van paus Johannes Paulus II roept opnieuw vragen op rond de relatie tussen het spirituele doel van de kerk en de kerk als middel om dat doel te bevorderen, tussen het doel en de middelen van het spirituele pad. Het doel is steeds de realisatie van vrijheid, openheid, liefde. Jezus was uitsluitend gericht op het vrijmaken van mensen. Over de middelen kan dan direct het volgende worden gezegd: middelen zijn des te beter naarmate ze het doel van realisatie van vrijheid bevorderen. Dit heeft verschillende aspecten.
1) Voor zover middelen vrijheid niet bevorderen zijn ze geen middelen, maar blokkades.
2) Dat geldt heel duidelijk voor de situatie waarin middelen tot doel worden verheven.
3) Middelen zijn des te beter naarmate ze doorzichtiger zijn, transparanter voor dat waarom het gaat.
4) Middelen zijn des te beter naarmate ze zich sneller overbodig maken.
5) Ze zijn des te beter naarmate ze op een directere wijze naar het doel leiden, dus met zo weinig mogelijk omwegen en afleiding.
6) Ze zijn des te beter naarmate ze het doel (vrijheid) op een vollediger wijze helpen te realiseren.

Het pausschap en de Kerk, maar ook de vormen van oosters geïnspireerde bevrijdings- en verlichtingswegen kunnen op deze punten worden bekeken. Ga maar na.
Voor mensen op een spiritueel pad kunnen bepaalde vormen, zoals levende spirituele voorbeelden, nuttig zijn. De bovengenoemde uitspraken over de middelen blijven daarbij geldig als criteria van het nut dat ze hebben.

In april komen al vragen over de cursussen die in september starten. Daarom al vast de informatie over de bijscholingscursussen Pranayama 1 en Yoga als bevrijding van het lichaamsschema, in de bijlage.

Pas is het boek verschenen van Douwe Tiemersma: Verdwijnende scheidingen. Proeven van intercultureel filosoferen. In de bijlage staat informatie over dit boek. Het kan worden besteld bij Uitgeverij Advaita Centrum (uitgeverij) zonder extra kosten wordt het dan opgestuurd. Ook is het verkrijgbaar bij de bijeenkomsten.

Tekst

Retraitedag Gouda, 8 januari 2005 (6) - Verhalen

Kun je nog iets meer zeggen over het open worden? Bij mij is het aan of uit.
In een periode waarin soms openheid wordt ervaren, is er steeds weer een terugkeer naar een gesloten toestand. Dat is bij de meeste mensen zo. Die terugkeer gaat blijkbaar erg gemakkelijk. Maar, je zult moeten zien wat bij die overgang plaatsvindt. Je bent wakker in een heldere sfeer en even later heb je een specifieke invulling van een ik en een wereld. Wat gebeurt daar? Het eerste wat ontstaat is een ‘ik’, een ‘ik-ben’. Dan is er verder nog niets. Daarna gaat het verder: ‘ik ben die en die’ en ‘ik moet dat en dat gaan doen’. Zo komt er een steeds verdere invulling van de openheid.

Het lijkt erop dat er als eerste zomaar iets in mijn bewustzijn komt.
Dat is het eerste wat je opmerkt. Maar direct is er al een ik die zich tot het waargenomene verhoudt, bijvoorbeeld ‘ik neem dat waar’, ‘ik moet er iets mee doen’. Zo is er een verdere ontwikkeling. Daarbij zijn er steeds twee polen die zich tegelijkertijd ontwikkelen: de wereld en het ik dat de wereld waarneemt, de denkwereld en het ik-denk.
Het punt is dat als je niet erg helder bent, je de overgang niet opmerkt. De nieuwe situatie komt zomaar en is zo vanzelfsprekend dat er niet zo snel een bewustwording van je situatie komt.

Ja, daarna kan dan weer de behoefte komen aan een grotere helderheid. Wat gebeurt er dan?
Ook deze overgang ervaar je dus alleen bij een grote helderheid. Die is heel concreet te ervaren. Je stelt vast dat er ruimte komt en dat jezelf vrijkomt.

Wat er gebeurt gaat dus ten koste van het verhaal van je bestaan in de wereld.
Dat verhaal mag doorgaan, maar er is geen binding meer met de binnenkant van het verhaal. Dat geldt voor de eigen verhalen die je verzint. Dat geldt ook voor de grote verhalen van gezaghebbende anderen en ook voor het kosmische verhaal van Mâyâ.
Deze verhalen mogen doorgaan. Je leest een sprookjesboek voor aan kinderen en vertelt verhalen. Bij kinderen hebben ze de scheppende werking van het sprookje. Ze worden erin opgenomen en de sprookjeswereld is werkelijk. Volwassenen zien dat en voor hen is het niet zo moeilijk om de openheid ten aanzien van de verhaaltjes te laten voortbestaan. ‘Het zijn maar sprookjes’. Maar, dan komt er iemand anders die zegt: ‘Jij dit en jij dat’ en meteen duik je wel in dat verhaal. Je zult dus helderheid moeten betrachten om dat proces van aanzuigen en opgeslokt worden te doorzien. Het is een verhaal van de ander. Als hij of zij daarin gelooft, hoeft dat nog niet mijn verhaal te zijn. Mensen worden betrokken in elkaars verhalen als werkelijkheid. Vooral mensen die gevoelig zijn, gaan gemakkelijk overal in mee. Dan wordt gezegd dat er ik-zwakte is en dat het ik sterker moet worden. Je moet assertiever worden met een eigen verhaal, tegenover de ander. Je moet je niet van je stuk laten brengen. Als je zo je eigen verhaal kunt handhaven, waarin je aangepast kunt leven, wordt je weer gezond, weer normaal verklaard. Maar, zie je dat dan de conflicten niet uit de wereld zijn?

Met al die verhalen heb ik niets te maken.
Dan blijft het tenminste mooi open. Natuurlijk gaat het om de herkenning van die openheid, de vrijheid van verhalen.

Dan blijven er moeilijkheden om je staande te houden in de maatschappij.
Wie moet zich in de maatschappij staande houden? Als je de verhalen als verhalen ziet, kunnen ze best doorgaan. Je hebt er niets mee te maken. Je bent ook alles, je bent alle figuren in het sprookje. Als de openheid primair blijft, verlopen de gebeurtenissen vanzelf. Er is niemand die zich aan het verhaal zou moeten onttrekken. Dat geldt ook voor de verhalen van anderen. Er is geen ‘je onttrekken’, je bent alles.
Kijk maar naar de wijze waarop je de kinderspelletjes en sprookjes ziet. Daar ligt het vrij gemakkelijk. Soms wordt je als volwassene betrokken in cowboytje spelen. Moet je je daaraan onttrekken? Nee, toch? Dan gaan de gebeurtenissen toch ook allemaal vanzelf? Je doorziet het verhaal in alle onderdelen en figuren. Je bent alles in het verhaal, hoewel je een bepaalde rol speelt. Dit gebeurt zonder er volledig in op te gaan, zonder je er geheel mee te identificeren. Je ziet en doorziet het spel ook van buiten. Dat spelen terwijl je vrij blijft, kan leuk zijn.

Met de Kerst was ik bij mijn moeder. Ik probeerde mijzelf te blijven, maar toch werd ik weer in de oude sfeer getrokken waarin iedereen vastzit en beperkt wordt.
Dat stel je dus vast. Je ervaart je eigen reactie op de krachten die je willen beperken. ‘Het is niet leuk dat het zo gaat.’ Zelf kun je open blijven. De verdere gebeurtenissen kunnen alle kanten uitgaan, bijvoorbeeld dat je ze maar laat praten, dat je haar de beperkingen duidelijk probeert te maken, of dat je na twee dagen naar huis gaat. Dat zijn praktische zaken. Zelf blijf je open voor haar en je blijft vrij.

Ik zou toch een diepere laag bij de ander willen bereiken, zodat de hele situatie anders wordt.
Dat zal moeten blijken. Dat is niet van tevoren te regelen.

Ik heb zo maar een tijdlang niets gezegd, omdat het weinig zin had iets verder te zeggen. Toen veranderde er wel wat bij haar.
Als je als openheid alles spontaan laat gebeuren, zie je dat er meer mogelijkheden zijn dan je dacht. Laat alles dus maar spontaan gaan. Anders duik je in de situatie en dan wordt deze complex en echt moeilijk.

Je kunt wel zeggen ‘ik ben de ander’, maar wat doe je als de ander erg beperkt is?
Dan geldt toch hetzelfde? Je blijft zelf vrij en laat spontaan alles gebeuren. Dat kan er van alles gebeuren, zonder dat je je afvraagt wat je moet doen. Je kan weglopen, je kan je mond houden, je kan ineens iets onverwachts zeggen of doen, zodat de hele situatie verandert. Laat alles open. Het is de hele situatie, inclusief wat je als je zelf beschouwt, die zelf spontaan voor een verder gebeuren zorgt. Dan merk je dat er ontzettend veel mogelijk is.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod