7-14 Als je iets van werkelijkheid ervaart, is het werkelijke daarin: Dát; de rest is vluchtig


Jaargang 7 nr. 14 (6 september 2006)
7-14NieuweRuimte


De nieuwe ruimte

Advaita Centrum en de activiteiten
Nu er in het nieuwe Advaita Centrum meer activiteiten gaan plaatsvinden, is het goed nog eens de plaats van deze activiteiten duidelijk te maken.

De advaita-weg is geen weg. Je kunt de advaita-benadering de directe weg noemen, maar dan valt de weg weg. Er is geen afstand tussen het uitgangspunt en het doel. Je bent jezelf en zelf val je samen met de hele werkelijkheid. Als er dan ‘activiteiten’ zijn, zijn er geen activiteiten anders dan gebeurtenissen in dat grote geheel.

Voor zover de non-dualiteit nog niet volledig is gerealiseerd, zal de (realisatie van de ) non-dualiteit toch centraal blijven staan bij alle activiteiten. Voorafgaand is er de stilte waarin zoveel mogelijk scheidingen wegvallen, tijdens de activiteiten blijft die stilte zoveel mogelijk aanwezig en als de activiteit stopt blijft er die non-duale stilte. Dat geldt de yoga, de meditatie, de filosofie, het dansen en het zingen.

Dat er verschillende ‘activiteiten’ zijn, is nuttig. In de dualiteit zijn er mensen en die zijn verschillend van elkaar. Voor de realisatie van non-dualiteit is het voor de een meer voor de hand liggend om het mentale inzicht door filosofie te verscherpen, voor de ander is het meer nodig het hart (de hartenergie) te laten smelten of de eigen lichamelijkheid beter te leren kennen.
Voor zover er een notie van nondualiteit is én een ervaring van dualiteit, komt de vraag op: hoe kan de non-dualiteit in de dualiteit doorwerken. Natuurlijk gaat dit vanzelf, als er de realisatie is, maar de specifieke (werk)situaties en terreinen hebben elk hun eigenaardigheden, weerstanden en mogelijkheden. Zo zijn er dan ook verschillende projecten gestart.

Blijft de non-duale eenvoud, waarin gebeurtenissen zich afspelen zonder dat de non-dualiteit wordt doorbroken en waarin de helderheid en universaliteit van de realisatie zich doorzetten.

Werkelijkheden
1) Werkelijkheid verschijnt altijd in een zijnservaring, een situatie waarin er een ervaring van iets is in de zijnssfeer van degene die ervaart.
2) Bij verschillende soorten zijnservaringen zijn er verschillende werkelijkheden. Iedereen heeft een speciale kijk op de gebeurtenissen in het leven en in de wereld die uniek is. Dit staat in verband met de condities van geboorte, opvoeding, scholing, werk, intentie, enzovoort.
3) De verschillende zijnservaringen verschillen in beperktheid en ruimte. Er zijnservaringen waarin de beperktheid van andere soorten zijnservaringen duidelijk is. Op een uitkijktoren in een doolhof, bijvoorbeeld, is de structuur van het doolhof duidelijk, terwijl dat niet het geval is zolang je tussen de hagen loopt te dolen. Zo is er ook het verschil tussen het persoonlijke ik-standpunt in de wereld van activiteiten en het standpunt van de Waarnemer.
4) Op het 'hogere' standpunt is het meteen duidelijk wat een hogere werkelijkheid is. Als je een hoger standpunt hebt en meer overzicht hebt, twijfel je er niet aan dat dit standpunt je ruimere en waardevollere informatie geeft dan die op het lagere standpunt. Als je meer informatie krijgt die meer gebeurtenissen begrijpelijk maakt dan met de informatie die je had, wordt de nieuwe situatie direct als waardevoller herkend dan de vorige. Als je een nieuw model of een nieuwe theorie aangeboden krijgt of ontwerpt waardoor veel elementen op hun plaats vallen die eerst onbegrijpelijk waren in hun relatie, is er ook de directe herkenning van de waardevolheid van het model of de theorie.
5) Er is blijkbaar een schaal van waarnemingsposities van laag naar hoog. In deze lijn is er een steeds ruimer bewustzijn. Dit heeft twee kanten. Er is een steeds ruimere horizon van ervaren. Ook is er een achterlaten van steeds meer conditioneringen van jezelf als subject van ervaren: het vastzitten in de situatie van het doolhof, van zeer beperkte informatie, van een gebrek aan een interpretatiekader, van het kleine kind, enzovoort. Daarvan emancipeer je. Zelf kom je steeds meer vrij van beperkingen van zijnservaring (blik en zijnssituatie).
6) Het hoogste standpunt is het punt waarop je alleen maar aanwezig bent als bewustzijn. Dan is er geen directe betrokkenheid bij dat wat wordt ervaren. Het is het standpunt van de Getuige of Waarnemer.
7) Als dit laatste standpunt oplost, lost dat op in het universele. Dat universele heeft nog alleen de kwaliteit van bewust-zijn, vreugde-zijn: het is het niveau van sat-chit-ananda.
Daar is intern een eigen kennis van: ik-ben bewust-zijn, gelukzaligheid. Dan kan ook alleen ik-ben overblijven zonder verdere kwaliteiten.
Dit zijn, bewust-zijn, gelukzalig-zijn heeft geen centrum. Het ik-centrum is uit elkaar gespat en dat heeft overal zijn centrum, universeel.
8) Als het sat-chit-ananda, het  ik-ben, verdwijnt, verdwijnt dat in iets dat niet alleen losstaat van alle standpunten, van conditionele zijnservaringen, maar ook van alle kwaliteiten, ook van het er-zijn, ik-ben. Dat noemen we het absolute. Daarover is niets eenduidigs te zeggen.
Toch is er een weten van Dat als de hoogste werkelijkheid waarin het ik/zelf is opgegaan. Iets hogers is er niet. Iets 'anders' is er niet. Dat is de kern van alle zijnservaring en alle werkelijkheid. Als je iets van werkelijkheid ervaart, is het werkelijke daarin: Dát. De rest is vluchtig.
Dus, je kent van binnenuit en van buitenaf talloze standpunten en de erbij behorende werkelijkheden. Vanuit het 'hoogste standpunt' dat geen standpunt meer is, is het duidelijk dat Dit de enige echte werkelijkheid is en dat alle ‘werkelijkheden’ ook Dit zijn – zoals de golven en de oceaan.

Uit de pers

Gamers dromen lucide (NRC 31 aug.)
“Jongeren die veel video-games spelen hebben significant meer lucide dromen dan jongeren die minder games spelen.
Lucide dromen zijn dromen waarbij de dromer er zich van bewust is dat hij droomt. Dat blijkt uit onderzoek onder 377 Canadese studenten. ... Volgens Gackenbach kan veel videogaming leiden tot lucide dromen omdat het spelen in een virtual reality-omgeving als het ware een oefening is voor herkennen van de droomtoestand tijdens een droom. Een lucide droom ontstaat wanneer iemand tijdens een droom ineens denkt: ‘hé, dit is een droom’.”

Zouden ze nu ook de droom in het alledaagse leven herkennen?

*

Wat duidelijk gezien en gevoeld is, verdwijnt niet meer (AP 7 nr. 13).
Wat duidelijk gezien en gevoeld is, verdwijnt voor altijd.
Wat duidelijk gezien en gevoeld is, verdwijnt in het oorspronkelijke dat je zelf bent en dat verdwijnt niet.
Wat duidelijk gezien en gevoeld is, verdwijnt voor altijd.
Wat duidelijk gezien en gevoeld is, wordt herkend als nondualiteit; die verdwijnt niet.

Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod