7-17 Dit is onuitsprekelijk

Jaargang 7 nr. 17 (16 oktober 2006)


Het weekend op de Hoorneboeg had als thema ‘Dronkenschap en nuchterheid’. De alledaagse vormen ervan konden als een verduidelijking worden gebruikt van de situatie van velen die in de stroomversnelling terecht komen van een spiritueel pad. Dan is er de overgang naar een andere staat, een gegrepen worden in alle aspecten van het bestaan. De kenmerken van de nieuwe situatie zijn vloeibaarheid, ijlheid, vrijheid, ongescheidenheid, gelukzaligheid. De oude patronen worden ontwricht en doorbroken, de vaste vormen worden ijl en vloeibaar. Deze overgang moet er ook vroeg of laat komen om de noodzakelijke transformatie vanuit de vaste ordening mogelijk te maken.  Als deze beweging sterk wordt, is er de extase van goddelijke dronkenschap (divine intoxication). Het voelt alsof een krachtige drank is gedronken (potion, soma, amrita). Kabir:

Ledig de beker en wees dronken!
Drink de hemelse nectar van Zijn Naam!
Kabir zegt: ‘Luister naar mij, lieve Sadhoe!
Van de voetzool tot de kruin is deze ziel met gif doortrokken.’

Dans, mijn ziel! Dans heden in vreugde.
De liefdesliederen vullen de dagen en de nachten met muziek
en de wereld luistert naar haar melodieën.
Vreugdedronken dansen Leven en Dood op het ritme van de muziek.
De heuvels en de zee en de aarde dansen.
De mensenwereld danst in lachen en tranen.


De beperkingen die in de alledaagse dronkenschap duidelijk zijn, zijn echter ook hier aanwezig: de beperking van bewustzijn, de bedwelming, de verslaving, de circulaire beweging, de tegenstelling tussen de toestanden. Nuchterheid zal er ook moeten zijn. Dat wil niet zeggen dat er de terugkeer zou moeten zijn naar een alledaagse vorm van nuchterheid met ook weer allerlei beperkingen zoals het vasthouden aan bepaalde ideeën en patronen. Vanuit die nuchterheid is er geen begrip voor en tolerantie van iemand in spirituele transformatie.
Wat nodig is, is een speciale ontnuchtering, een afkicken, tot een nuchterheid die alle mogelijke toestanden omvat, accepteert en nergens van afhankelijk is. Het is een open, stille helderheid die alles doordringt, een vrij zelfzijn-eenzijn. Dat wordt uitgedrukt in de bekende daoïstische tekst

Toen ik kind was
Waren bomen bomen,
Mensen mensen
En paarden waren paarden.
De lucht was de lucht
En de zon was de zon.

Toen ging ik op zoek
En werd spiritueel!
Toen waren bomen mensen
Mensen waren de zon.
De zon was wolken
En wolken waren water.

Nu ik mezelf weer gevonden heb
Zijn bomen weer bomen
En de zon is de zon
Mensen zijn weer mensen
Een wolk weer een wolk

Een paar jaar geleden vroeg het web-tijdschrift Amigo hierop een reactie, die hier nog eens volgt.

‘Toen ik kind was’, waren de bomen geen bomen, maar de woonplaats van de wind en van vogels, en de schaduw waar het zonlicht doorheen speelde.

Toen ik volwassen werd, waren de bomen dingen met hout- en bastvaten, schors en groene bladeren, de bron van zuurstof voor mens en dier.

‘Toen ging ik op zoek’ en de bomen werden mezelf; mijn bladeren ritselden en mijn takken waaiden in de wind. Ook verschrompelden zij tot een afstandelijk plaatje in de ruimte van mijn bewust-zijn.

‘Nu’ zijn bomen dit alles tegelijk: magische wezens, harde materie, identiek aan mij, een voorstelling, idee  … niets, en overeenkomstig daarmee heb ook ik deze aspecten. Elke uitspraak over bomen en over mij is door zijn eenzijdigheid fout, want alles kan erover worden gezegd.
Met een kind praat ik over kabouters in een holle boomstam, met volwassenen over het mechanisme van de koolzuurassimilatie, met zoekers over het zelf boom-zijn en over de boom als geprojecteerd beeld. De Openheid is dit alles tegelijkertijd, terwijl er Openheid blijft. Dit is onuitsprekelijk.

Uit de Pers


“Wie liet de Oerknal afgaan en wat gebeurde daarvoor? Op een symposium stortten wetenschappers zich op vragen die ze tot nu toe liever meden. Augustinus zei het al: wie het waagt om te vragen wat God had uitgevoerd vóór Hij aan de Schepping begon, belandt in de hel. ...
... maakte Penrose het vervolgens aannemelijk dat het einde van het heelal tevens het voorstadium is van een nieuwe Oerknal. Oftewel: vóór de Oerknal was er een ander heelal en de geschiedenis is een voortdurend komen en gaan van universa. ...” (Trouw 14 oktober 2006)
Ja, bewustzijn is blijkbaar zodanig dat het bewust kan zijn vóór de schepping: van de afwezigheid van ruimte en tijd op het moment van de oerknal, van het komen en gaan van universa (het uitademen en inademen van Brahmâ) en van Dat (Brahman) wat dat alles tot basis heeft. De werkelijke realisatie van Dit als niet verschillend van het meest essentiële zelf-zijn betekent bevrijding.

Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod