De vroege ervaringen van non-dualiteit en het ontstaan van de eerste scheiding


25 januari 2006
Vóór het eerste wat ik opmerkte: daar is niet iets over te zeggen.
Liefde
‘Wat moeten ze (mijn ouders) veel van me gehouden hebben’ was wat ik er later aan mijn eerste levensfase verbond.
Klein
Ik moet nog heel klein geweest zijn (ca. 1950) toen er een ervaring was van ‘zijn’ in een heel zachte omgeving en ondergrond en op de achtergrond geroezemoes van stemmen, alles tegelijk en verder niets. Het was zalig kan ik nu melden. Er waren geen lichaam, geen gedachten, geen gevoelens, geen besef van ademen, ‘een sfeer van vrede’ zou je kunnen zeggen, en ‘gedragen-zijn in een grenzeloze ruimte’.
6 jaar
De meester van de eerste klas vroeg aan mijn moeder: ‘Wat doet ze toch; ze zit soms een hele tijd stil en we kunnen dan geen enkel contact met haar krijgen.’
Toen mijn moeder dit aan me vroeg, vroeg ik verbaasd of ze dat niet al wist. ‘Ik zit te bidden voor opa, vraag aan de lieve God of hij hem beter wil maken. En bid ook voor jullie en de buurvrouw en voor ... en …’ Zo ging ik iedereen af die ik kende. Op het laatst voor de hele wereld. Het was blijkbaar heel gewoon om dat elke dag te doen, ook op school. Moeder liet blijken dat ik daar op school toch mee op moest houden.
Non-dualiteit was er toch nog, merk ik nu op. Ik stopte er gewoon mee. Dán niet. Het was sowieso oké. Er waren geen scheidingen met niets en met niemand.
Tot mijn 11e
Mijn vader was 52 toen ik kwam, mijn moeder 44. Ik was enig kind. Met mijn vader was het helemaal goed. Wij waren één. Hij was een heel rustige man, maar kon ook prachtige verhalen vertellen, van vroeger over zijn vader die visser was op de Haringvliet en de Noordzee. Dan zat ik op zijn schoot en alles was dan goed. Problemen bestonden niet. In de lagere schoolperiode was het de gewoonte dat wanneer hij ’s avonds thuiskwam ik aan de ene kant van de kamer ging staan, hij in de deur van de keuken wachtte en dan nam ik een aanloop, rende keihard door de kamer heen en sprong ... zó in zijn armen! En dán … dan draaide hij helemaal met me in de rondte…
Dat springen …dat opgevangen worden, zo vol vertrouwen en overgave, en dan dat heerlijke draaien, dat samen oplossen in de draai. Het was geweldig. Er was dan geen vader en er was dan geen dochter: er was niet een iemand. En toch was het heerlijk. Dat ging samen.
Na mijn 11e
Tót mijn moeder zei: daar moeten jullie nu maar eens mee ophouden, je wordt nu een veel te grote meid. Wat moeten de mensen wel niet denken…
Dualiteit kwam in zicht: de eerste scheiding van mezelf met de vader en de moeder. Door niet-weten hoe deze dualiteit op te heffen, door erin mee te gaan wat ze zeiden, ontstond het zoeken naar datgene wat verloren was gegaan, het zoeken in de maatschappij, buiten me. Niemand die me aangaf dat het nog gewoon van binnen aanwezig was. Was er maar íémand geweest, op school bijvoorbeeld, die me dat had kunnen aangeven, weer laten ervaren. Dat zou in mijn geval waarschijnlijk veel lijden bespaard hebben.
Conclusie
Het is belangrijk dat jongeren leren bij zichzelf te blijven in iedere omstandigheid. De mogelijkheid is er om hen via oefeningen en technieken zelf te laten merken wanneer er ontspannen-zijn en wanneer er gespannen-zijn optreedt. En zo leren ze het ontspannen-zijn (jezelf-zijn) op bewuste wijze. En dan kunnen ze voor dat vertrouwde jezelf-zijn, ‘bij je eigen-blijven’ als meest natuurlijke staat zelf kiezen, zonder afgeleid te worden. Je zelf zijn: het is de gewoonste zaak van de wereld.
Pia de Blok

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod