1 - Het spectrummodel van Wilber in de psychotherapeutische praktijk


Een verslag van de workshop van S.A. Lange op het 27ste oorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

Norbert Scheepers


Inleiding

Je moet wel van goede huize komen en over een nodige portie lef beschikken om in een tijd van “evidenced based psychiatrie” in het hol van de leeuw een workshop te houden over de implementatie van het werk Ken Wilber in de psychotherapeutisch praktijk. Het thema van het 27ste voorjaarscongres van de NVVP luidde “Psychiatrie in het fin de siècle, een mozaïek van richtingen”. Zo beschouwd zou je ook kunnen stellen dat het ontbreken van aandacht voor het werk van Wilber een tekortkoming zou zijn. Voor een toenemend aantal werkers binnen de reguliere en alternatieve geestelijke gezondheidszorg is het werk van Wilber van onschatbare waarde bij het vinden van een solide en wetenschappelijk verantwoorde basis voor het psychotherapeutisch denken en handelen. Psychiater Lange, werkzaam in een eigen zelfstandige praktijk, heeft het aangedurfd om zijn interesse in het werk van Wilber op het voorjaarscongres te delen met een 40-tal collegae in een besloten workshop. De titel van de workshop was: “Het belang van het model van Ken Wilber (“Transformations of Consciousness”) voor diagnostiek en therapie”. Wat volgt is een verslag van zijn lezing en de daaropvolgende uitwisseling van ideeën door de deelnemers.


Het model van Wilber

Lange begon zijn verhaal met een inleiding van het werk van Wilber waarbij hij kort memoreerde aan boeken als “Zonder grenzen”, “Overgave en strijd” en “Een beknopte geschiedenis van alles”. De eerste twee boeken waren zijn eerste kennismaking met Wilber. Na het lezen van “Transformations of Consciousness” wist hij het zeker: hier ligt een nieuwe kijk op het ontstaan van psychopathologie, diagnose stelling en behandeling. Als psychiater worstelde hij al langere tijd met de vaak tegenstrijdige inzichten van verschillende psychotherapeutische scholen. Het werk van Wilber liet zien dat een integratie van visies zeer goed mogelijk was binnen het spectrum model van de menselijke ontwikkeling. In het kort leidde Lange zijn toehoorders door de verschillen fasen van ontwikkeling die zo kenmerkend zijn voor Wilber’s theorie.

Het kind dat geboren is ervaart zichzelf en zijn omgeving als een geheel. Er is geen enkele differentiatie tussen de wereld en het kind. Dit is het zintuiglijk-lichamelijk niveau. De eerste belangrijke ontwikkelingsopgave van het kind is zich te differentieren van zijn omgeving. Dit is een transformatie in de ware zin van het woord. Het is een opgave die gepaard gaat met risico’s maar net als elke goed doorlopen transformatie de beloning kent van een hogere graad van psychische integratie en een bredere visie op zichzelf en zijn omgeving. Wilber spreekt in dit verband van “the flucrums of development”. Lukt het het kind om zich te differentieren van zijn fysiek omgeving en is het in staat tot de vorming van een Fysiek Zelf dan bereikt het het fantastisch-emotioneel niveau. Daar wacht hem de volgende opgave: de ontwikkeling van een Emotioneel Zelf. Het moet leren de eigen emoties te onderscheiden van die van de ander. Als deze opgave is volbracht en het kind het niveau van het representatie denken (rep-denken) heeft bereikt, kan het kind werken aan de ontwikkeling van een Mentaal Zelf. Met behulp van taal leert het kind gevoelens te differentieren van gedachten en kan dit mentale Zelf tot ontwikkeling komen. Via het denken kunnen de gevoelens en emoties onder controle worden gebracht. Deze eerste drie niveaus worden gezien als de prepersoonlijke ontwikkelingsniveaus van het spectrum van bewustzijn. Van daaruit ligt de weg vrij naar de persoonlijke niveaus van ontwikkeling en mentale rijping.

Het Mentale Zelf vormt als alles goed is gegaan een solide basis voor het regel-rol denken. Op dit niveau leert het kind aan welke regels het zich moet houden om deel te kunnen uitmaken van de wereld waarin hij of zij leeft. Er ontstaat een lidmaatschapbewustzijn waarin de banden met het primaire zorgsysteem en de grotere leefomgeving (school, kerk, sportclub) worden vormgegeven door middel van regels en normen. Let wel, dit zijn de externe normen van de externe omgeving en niet zozeer de interne ge- en verboden die in een eerdere ontwikkelingsfase vorm krijgen en tot ernstige neurotische problematiek aanleiding kunnen geven. Een goed verloop van de bewustzijnsontwikkeling brengt een individu vervolgens op het niveau van het formeel-reflexieve denken. Dit is het eerste niveau waarop het mogelijk wordt niet alleen na te denken over de concrete wereld en concrete objecten, maar ook na te denken over het denken als proces op zich. Dit is het niveau waarop redenaties in de trant van ‘als a dan b’ mogelijk worden. Deze verder ontwikkeling van het bewustzijn leidt tot een verbreding van visies en is de basis voor kritische beschouwingen vanuit een meer pluralistisch standpunt. Het eerdere regel-rol denken wordt daarmee op een krachtige wijze getransformeerd. Het laatste persoonlijke ontwikkelingsniveau dat Wilber schetst is dat van het visioen-logica denken. Dit niveau wordt gekenmerkt door een cognitieve structuur die verder gaat dan het formeel-reflexieve denken. Wilber duidt dit niveau aan met woorden als ‘dialectisch’, ‘integratief’ en ‘creatief synthetisch’. Daar waar het formele denken onderlinge relaties zichtbaar maakt, creëert de visionaire logica netwerken van dit soort relaties zodat waarheden van een hogere orde ontstaan, een soort van panoramisch logica.

Het hoogste stadium van persoonlijk bewustzijn is in de ogen van Wilber niets meer of minder dan de brug naar de transpersoonlijke stadia van de menselijke bewustzijnontwikkeling. De transpersoonlijke niveaus beginnen met het Psychische niveau. Wilber omschrijft dit niveau als een culminatie van visioen-logica en visionair inzicht. Hij verwijst daarvoor naar het zesde chakra, het ‘derde oog’. De cognitieve en perceptuele mogelijkheden worden zo pluralistisch en universeel dat ze verder rijken dan het individuele bewustzijn met zijn beperkte perspectieven en zorgen. Het persoonsgebonden denken wordt daardoor in zekere zin overstegen. De weg naar de laatste twee transpersoonlijke niveaus in het model van Wilber ligt daarna open voor diegenen die weten te volharden in een van de vele vormen van contemplatie. Deze laatste niveaus noemt hij respectievelijk Subtiel en Causaal. Wanneer de bewustzijnsontwikkeling tot deze niveaus doordringt wordt men deelgenoot van een directe waarneming van de realiteit zoals die volgens mystici werkelijk is. De overheersing van het centrale ego-gevoel, zo moeizaam opgebouwd tijdens het doorlopen van de prepersoonlijke en persoonlijke niveaus, zal uiteindelijk volledig verbleken in de ervaring van eenheid die het Causale niveau kenmerkt.

Dit is een korte samenvatting van Wilber’s model van bewustzijnsontwikkeling. Om terug te keren tot de psychotherapeutische praktijk is het van belang in te zien dan aan de hand van de geschetste ontwikkelingsfasen er een spectrum van psychopathologie kan worden beschreven. Elk moment van transformatie, elke ‘fulcrum’ of splitsing, kan aanleiding zijn tot problemen. Heel kort samengevat leiden problemen tijdens de ontwikkeling van het zintuiglijk-lichamelijk niveau naar het fantastisch-emotioneel niveau tot psychotische of autistische stoornissen. Lukt de differentiatie van een Emotioneel Zelf onvoldoende dan is dat een voedingsbodem voor persoonlijkheidsproblematiek en dan met name narcistische en borderline persoonlijkheidsstoornissen. Een onvoldoende doorgezette ontwikkeling van het Mentale zelf kan de basis zijn voor ernstige psychoneurosen. Problemen op het niveau van regel-rol denken uitten zich in wat Wilber noemt script-pathologie: onduidelijkheid over rollen en regels, onduidelijkheid over identiteit binnen de sociale context, angst voor het non-conformisme. Problemen met de identiteit kunnen ook ontstaan op het niveau van het formeel-reflexieve denken. Door de mogelijkheid van hypothesevorming kan twijfel ontstaan over de eigen identiteit in vergelijking met die van anderen. Het niveau van visioen-logica wordt, wanneer er problemen bij de transformatie naar dat niveau optreden, bron van existentieel lijden. De kwellende zoektocht naar zin en betekenis kan aanleiding zijn tot zeer specifieke klachten en problemen. Tot slot kennen ook de transpersoonlijke niveaus hun eigen pathologie, zoals die van ‘The dark night of the soul’ die zich kan presenteren als een ernstige depressie na bijvoorbeeld een kortdurend maar ongecontroleerde mystieke bewustwording.

Tot slot werd opgemerkt dat er voor elke pathologie op elk ontwikkelingsniveau specifieke therapeutische technieken ter beschikking staan om de klachten te behandelen.


Van theorie naar praktijk

Uitgaande van Wilber’s model kunnen een aantal richtlijnen voor de therapeutische praktijk worden geformuleerd. Belangrijk is om een indruk te krijgen op welk niveau iemand functioneert in zijn leven. Dit geeft een indicatie van de mogelijkheden voor therapie. Iemand die niet verder is gekomen dan regel-rol denken zal zich niet aangesproken voelen door meditatie technieken. Iemand die visioen-logisch denken heeft bereikt heeft minder behoefte aan structurerende psychotherapie. Daarnaast is het zeer belangrijk om te beoordelen op welk specifiek niveau de klacht is ontstaan. Naar welk ‘fulcrum’ verwijst de problematiek. Wordt iemand constant overspoelt door heftige, oncontroleerbare emoties dan moet gedacht worden aan borderline problematiek. Hoe is het contact met de werkelijkheid? Is iemand psychotisch of niet. Verwijzen depressieve klachten naar een existentieel probleem of tekenen ze de leegte van een onvolgroeid Mentaal Zelf. Het niveau van de klacht en het bereikte niveau van de cliënt zijn bepalend voor de keuze van de therapeutische aanpak. Van belang is verder dat de therapeut goed op de hoogte is van het niveau waarop hij zelf functioneert en van zijn eigen gebreken en tekortkomingen. Je kan mensen nu eenmaal niet leiden langs wegen die je zelf nog nooit bewandeld hebt.

Een ander belangrijk aspect van het spectrum model is de stelling van Wilber dat “you have to become somebody before you can become nobody”. In de praktijk betekend dat dat problematiek van een lager niveau niet behandeld moet worden met technieken van een hoger niveau. Een psychotische cliënt moet niet gaan mediteren, een door narcistische problematiek ontstane depressie kan niet behandeld worden vanuit een existentieel kader. Dit bevestigt nogmaals het belang van een goede diagnostiek en indicatiestelling met het spectrum model van Wilber als referentiekader.

Na de bespreking van Wilber’s model volgde een interessante discussie vanuit de zaal waarbij de praktijk van het werken met dit model gedemonstreerd werd aan de hand van voorbeelden. Hieruit bleek dat spiritualiteit gelukkig geen scheldwoord meer is bij veel regulier werkzame psychotherapeuten en psychiaters al had een enkeling vroegtijdig de zaal verlaten toen de hogere, transpersoonlijke stadia werden besproken. Een groot voordeel van Wilber’s model vond men de integrale visie die er in besloten ligt. Wilber geeft elke gangbare vorm van psychotherapie een plek binnen het spectrum. Van pillen, via Freud tot Boeddha. Iedere benadering kan waardevol zijn, mits de indicatie ervoor goed gesteld wordt.

Als psychiater en Wilber aanhanger van het eerste uur was het een positieve constatering dan in het bastion van de Nederlandse psychiatrie zijn werk langzaam maar zeker meer onder de aandacht wordt gebracht. In een korte ontmoeting met collega Lange na afloop van de workshop sprak hij de hoop uit dat in de nabije toekomst het mogelijk moet zijn om binnen de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie een sectie “(transpersoonlijke) psychiatrie en spiritualiteit” op te richten die zich gaat bezig houden met de verdere implementatie van de ideeën uit de transpersoonlijke wetenschappen binnen het traditionele psychiatrisch denken. Een voornemen dat ik hoe dan ook van harte zal ondersteunen.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod