2 - Enkele notities over 'niets doen' in de zorg

Willen Steetskamp

Nadat alle ‘doen’ gefaald heeft kan de oplossing gevonden worden in ‘niets doen’. Authenticiteit krijgt dan de kans om zich (spontaan) te manifesteren. Dit kan op allerlei niveaus en in allerlei omstandigheden ervaren worden.

In mijn werk – het omgaan met mensen met grote gedragsproblemen - heb ik dit proces (van ‘doen’ naar ‘niets-doen’) al zo vaak gezien en doorgemaakt dat ik mogelijkheden begin te ervaren om direct te verblijven in ‘niets-doen’ en om van daaruit te ‘handelen’.

Ik herinner me de situatie met B, een jongeman die volgens alle psychologische tests functioneerde op een redelijk niveau, die ook een grote inzet had om ‘iets van zijn leven te maken’, die ook blijk gaf van allerlei emotionele en verstandelijke vaardigheden; en die toch keer op keer terecht kwam in een neerwaartse spiraal van regressie, angst en neiging tot (zelf)destructie. Na iedere negatieve fase werd er weer en nieuw programma opgesteld met nieuwe middelen en doelen. Nadat dit x-maal was mislukt werd besloten niets meer te doen en hem alleen een veilige omgeving aan te bieden waarin hij op een basaal niveau begeleid werd zonder dat er enige eis aan hem werd gesteld. De eerste weken reageerde hij ook op deze begeleiding met agressie, angst en afweer. We boden hem eten aan, maar als hij niet wilde eten hoefde dat niet. Etensresten waar hij de muren van zijn kamer mee had ingesmeerd, ruimden we zonder commentaar op. Enzovoort, enzovoort. Totdat hij heel langzamerhand begon te beseffen en het vertrouwen begon te krijgen dat er werkelijk niets moest en dat hij ondanks alles wat hij deed of niet deed onvoorwaardelijk geaccepteerd werd. Een sleutelmoment was er toen we zagen wat er gebeurde toen zijn vader bij hem op bezoek kwam. Plotseling was hij weer de intelligente en sociaal vaardige jongeman die we allemaal zo graag hadden willen zien en die we zo waardeerden. Maar nu zagen we opeens ook dat het een toneelstukje was; geconditioneerd gedrag, aangeleerd, onecht en oppervlakkig. Heel langzamerhand – door vol te blijven houden niets van hem te verwachten, te verlangen – zagen we authenticiteit ontstaan; een echte lach, een echte wens, hoe vluchtig en eenvoudig ook.

Mijn betrokkenheid bij dit proces en mijn ontroering bij deze ontdekkingen en ontwikkelingen hadden natuurlijk ook veel te maken met de eigen herkenning. Dit is een van de mooie aspecten van het werken in de zorg; het gaat niet exclusief over anderen, het gaat ook over mij. Eigenlijk is het beter om te zeggen dat het over de menselijke conditie gaat.

Het wordt me steeds duidelijker dat mensen vaak gevangen zitten in een zelfgecreëerde gevangenis. Die gevangenis is ontstaan door te denken, te willen, te verlangen waar niet gedacht, gewild, verlangd hoeft te worden.

H is een man die zich inbeeldt dat hij allerlei vreselijke ziektes heeft. Op een agressieve manier kan hij eisen dat er een arts wordt gewaarschuwd en om te bewijzen dat hem van alles mankeert heeft hij zichzelf vaak verwond. Op een gegeven moment hebben we daar totaal geen aandacht meer aan besteed, behalve op een functionele manier (bij gevaarlijke verwondingen) Dit betekende bijvoorbeeld dat hij soms wel een half uur op de grond bleef liggen. Ook nadat hij was opgestaan werd hier niet meer over gesproken. De laatste tijd gaat het erg goed met hem. Toen ik hem vroeg hoe het komt dat het zo goed met hem gaat, zei hij; 'Jullie trappen er niet meer in.'

Het is een bekend verschijnsel in zorginstituten dat mensen op allerlei manieren naar wegen zoeken om aandacht te krijgen. Vaak gebeurt dit op een negatieve manier, bijvoorbeeld door een ziekte of een probleem te creëren. De houding van het personeel is vaak reactief; er wordt ingegaan op het probleem of, wanneer doorzien wordt dat het een zelf-gecreëerd probleem is; de patiënt wordt afgewezen. Als reactie op dit laatste creëert de patiënt vaak een groter probleem dat onmogelijk genegeerd kan worden. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel.

Er is een vorm van aandacht waarin er geen fixatie is op persoonlijke problemen. Het is een heel ruime, globale aandacht met als belangrijk kenmerk een vanzelfsprekende, onvoorwaardelijke acceptatie en liefde. Het is geen activiteit maar eerder een - heel natuurlijke - staat van zijn. Deze staat van zijn heeft iets onpersoonlijks, maar voor personen kan het wel heerlijk zijn om zich hierin te ontspannen. Persoonlijke problemen kunnen hierin oplossen. Ook (misschien; vooral) mensen met een verstandelijke handicap zijn gevoelig voor deze manier van aanwezig zijn. Problemen worden spontaan vergeten en er ontstaat een sfeer van ontspanning en (vaak) humor. Het is een sfeer waarin niets ‘moet’, waarin actie-reactie patronen niet meer werkzaam zijn zoals dat meestal het geval is en waarin genoten wordt van een heel eenvoudig samenzijn.

De nacht (ik werk momenteel voornamelijk in de nachtdienst) is misschien bij uitstek het tijdstip om dit te ‘beoefenen’ omdat er veel minder afleiding is dan overdag. Maar het principe is naar mijn gevoel universeel toepasbaar. Het is duidelijk dat er een directe relatie is tussen de eigen (innerlijke) situatie en de reactie van de omgeving. Maar eigenlijk is het onjuist om te spreken van een ‘relatie’ en van ‘reactie’ omdat het veel meer een sfeer is van niet-gescheidenheid waarbinnen zich – op een vrije, ongedwongen manier - een en ander afspeelt.

Willem Steetskamp


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod