2 - Non-dualiteit en gedragsproblemen

Willem Steetskamp

Dualiteit


De volgende situatie is voor werkers in de gezondheidszorg waarschijnlijk heel herkenbaar. Je gaat naar je werk met de nodige zin of tegenzin. Thuis had je het druk of er was ruzie. Je ziet op tegen het contact met bepaalde collega’s en cliënten. Dan ben je op de werkplek. Schreeuwend komt cliënt X op je af. ‘Je hebt mij gisteren niet geroepen toen ik naar de dokter moest!’ Het is dezelfde cliënt die een paar dagen geleden nog iemand geslagen heeft. In je reactie op hem klinken alle beschreven factoren door. X voelt zich niet begrepen en onterecht afgestraft. Ook in zijn reactie op jou klinkt weer een heel verleden mee. En zo kan het de hele dag doorgaan.

De dualiteit in deze situatie bestaat er al uit dat hier kennelijk iemand is die zich identificeert met ideeën/gevoelens over zin of tegenzin, drukte of ruzie, collega’s en cliënten. Wanneer non-dualiteit centraal staat kan dit er ook zijn, maar alleen aan de periferie. Het is niet allesbepalend.

Deze vicieuze cirkels van actie en reactie waarin hoofdrollen gespeeld worden door angsten en verwachtingen zijn typerend voor een sfeer van dualiteit. Iedereen ervaart dit als negatief, maar als oplossing wordt meestal gezocht naar aanpassingen binnen diezelfde sfeer van dualiteit. In de zorg zie je dan dat er steeds weer nieuwe regels en afspraken bedacht worden. In privé-omstandigheden neem je je bijvoorbeeld voor om voortaan…of om nooit meer…En vervolgens doet hetzelfde probleem zich keer op keer in een iets andere vorm voor.

Bewustwording van de wetmatigheden van dualiteit en non-dualiteit kan het begin zijn van een heel andere oplossing. Voordat de situatie wordt besproken waarin de hulpverlener vanuit non-dualiteit aanwezig kan zijn, zal ik eerst ingaan op de non-duale sfeer zelf.

Het is een heel andere oplossing omdat deze oplossing geen eindresultaat is van een methode die eerst gevolgd moet worden, maar meer iets wat vanzelf gebeurt door bewustwording van de wetmatigheden van dualiteit en non-dualiteit. Ook is het een heel andere oplossing omdat deze oplossing het resultaat is van een innerlijk proces (en niet van uiterlijke aanpassingen)

Non-dualiteit

Het gaat bij non-dualiteit vooral om een herkenning op ervaringsniveau. Ingrediënten van die ervaring zijn bijvoorbeeld; ontspanning, stilte, openheid, een gevoel van ontgrenzing of onbegrensd zijn, helder aanwezig zijn, tijdloosheid, liefde, vreugde (Ananda). ‘Herkenning’ is een sleutelwoord omdat het geen ervaringen zijn die via een of andere methode gecreëerd zouden moeten worden. Het zijn ervaringen die altijd al in zekere mate aanwezig zijn. Een essentieel kenmerk van non-dualiteit is dat dit er altijd kan zijn, onafhankelijk van welke omstandigheden dan ook. De Ananda is er, ook als er problemen zijn; de ruimte is er, wat er verder ook in gebeurt; de stilte is er, ook als er lawaai is. Er zijn geen condities voor het bestaan van non-dualiteit omdat non-dualiteit er al is voordat er condities verschijnen. Gebeurtenissen, personen en eigenschappen kunnen er in verschijnen maar doen niets toe of af aan non-dualiteit zelf. Non-dualiteit kan herkend worden als een zeer natuurlijke en moeiteloze manier van aanwezig zijn. Van hieruit gezien is het leven in dualiteit onnodig gecompliceerd, krampachtig en onnatuurlijk.

Non-dualiteit en gedragsproblemen

Non-dualiteit is dus geen verworvenheid, voorbehouden aan mensen die intelligent of gevoelig genoeg zijn. De ‘zoektocht’ naar non-dualiteit is eerder een verlangen, opgeroepen door een min of meer bewuste herinnering. Alle menselijke activiteit, inclusief het meest krampachtige, verwrongen, perverse gedrag, kan gezien worden als een poging om de natuurlijke staat van non-dualiteit te vinden of te herstellen. Dit te herkennen in (of achter) het eigen gedrag of dat van de ander betekent direct al een verandering van de hele situatie. Het gaat hier niet om een herkenning op begripsmatig niveau, maar om een dieper ‘voelend zien’ waarbij tegelijk innerlijke verbondenheid wordt ervaren. Het is de herkenning van dat waarin de ander en ik niet verschillend zijn. Het maakt daarbij totaal niet uit of de ander zich wel of niet bewust is van wat er gebeurt. Hij of zij voelt zich op een diep niveau ‘begrepen’ en reageert vervolgens van daaruit. Deze werking is heel direct en meestal non-verbaal, ook al wordt er iets gezegd. In mijn werk met mensen met een verstandelijke handicap en gedragsproblemen valt me dit altijd weer op.

Dit dieper ‘voelend zien’ is geen objectiverende manier van kijken waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen ‘mij’ en ‘een ander’. Het is eerder een ‘voelend zijn’; een beweging naar binnen waarbij een openheid blijft bestaan voor alles wat er op alle niveaus gebeurt. In deze beweging kan de ruimte worden ervaren waarin ‘de ander’ al is opgenomen. Op praktisch vlak kan het natuurlijk nodig zijn e.e.a. te zeggen, te regelen of aan te passen, maar dit is secundair.

Waar voorheen in een dualistische sfeer – zie de eerste alinea – een heftige confrontatie was, kan nu geconstateerd worden dat er even wat geschreeuw of gedoe is, maar dat dit niet verder escaleert. Het schreeuwen wordt niet gevoed door een tegenreactie. Het oorspronkelijke verlangen (naar kwaliteiten van non-dualiteit) wordt direct vervuld door de aanwezigheid van eenheid, ontspanning, ruimte, liefde. Natuurlijk kan het in de praktijk nog allerlei kanten uitgaan. Soms zit iemand zo gevangen in pijn en frustratie dat hij zich alleen maar kan openen door uit te barsten in agressie. Dan kan het nodig zijn om maatregelen te nemen (zoals afzonderen of medicatie toedienen) Voor de non-dualiteit maakt dat natuurlijk niets uit. Bij de hulpverlener kan de non-duale sfeer aanwezig blijven. Na afloop blijkt vaak dat de betreffende cliënt op een of andere manier heel goed heeft waargenomen van waaruit je als hulpverlener gehandeld hebt. Hij of zij zegt dan bijvoorbeeld; ’Het was nu eenmaal nodig’ en de vertrouwensband is dan weer heel snel hersteld of is zelfs sterker dan voorheen.

Een conclusie kan dus zijn dat verbeteringen in de werk- (of leef-) situatie kunnen plaatsvinden wanneer er ergens meer besef ontstaat van non-dualiteit. Er hoeft niet gewacht te worden tot bij meer mensen dit besef doorbreekt of tot de structuren, werkschema’s, familie- of arbeidsverhoudingen, financiële situaties, enzovoort, veranderd zijn. Het belangrijkste is dat ergens – in het bestek van dit artikeltje dus bij de hulpverlener – de non-dualiteit zo sterk mogelijk aanwezig is.

Het ‘beoefenen’ van non-dualiteit

Door zelf steeds meer vertrouwd te raken met een sfeer van non-dualiteit wordt het steeds gemakkelijker vast te stellen dat die sfeer er op een gegeven ogenblik wel of niet is. Ook kan het dan steeds duidelijker worden hoe dualiteit ‘werkt’ en hoe non-dualiteit ‘werkt’. Vooral in situaties met veel interacties – bijvoorbeeld werksituaties - kan dit heel goed onderzocht worden. Dit onderzoek bestaat alleen maar uit het zo helder mogelijk vaststellen van wat er gebeurt. Verder hoeft er niets gedaan te worden. Non-dualiteit hoeft zelfs niet als doel gesteld en nagestreefd te worden. Dat zou weer een dualistische handeling zijn. Door alleen maar helder waar te nemen kan er vanzelf een ‘verschuiving’ plaatsvinden naar de meest natuurlijke toestand en dat is de non-dualiteit. ‘Water zoekt of vindt altijd het laagste punt’, wordt gezegd. Natuurlijk is er geen sprake van ‘zoeken’ en ‘vinden’. Het gaat vanzelf.

Hoe duidelijker het besef en de ervaring van non-dualiteit is, hoe sterker dit natuurlijke veranderingsproces werkt. Dit is een proces waar je aan kunt ‘werken’, maar vooral dus door helder waar te nemen. Eenvoudige oefeningen kunnen hierbij behulpzaam zijn. Uitgangspunt is de eigen ervaring van ontspanning, ruimte, helderheid die altijd in zekere mate aanwezig is. Het is met enige oefening heel eenvoudig vast te stellen dat deze ervaringen de kwaliteit van oneindigheid en onbeperktheid vanaf het begin al in zich dragen. Wat in het begin af en toe of een klein beetje wordt ervaren kan zich na verloop van tijd (of direct) letterlijk onbeperkt uitbreiden. Deze onbeperktheid kun je als ‘jezelf’ herkennen. Alles wat problematisch was kan hierin uiteindelijk oplossen.





Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod