2-25 Verlichting is zo eenvoudig als je helder bewust je 100% gaat ontspannen

jaargang 2 nr. 25 (10 september 2001)
Nieuws

Na de zomermaanden zijn de reguliere activiteiten weer begonnen. Vorige week woensdag was er weer een advaita-avond. Het uitgangspunt van gesprek was het Goede voorbij goed en kwaad. Ook al is er het niet-goede, het kwade, het lijden, toch kan het Goede aanwezig zijn. Het gaat voorbij en vooraf aan de dingen die gebeuren. Het is niet afhankelijk van condities. Het is, als aspect van ananda, een van de uiterste dingen die we kunnen zeggen.
Ook het college 'de ander en ik' is begonnen en wel met een onderzoek naar de verschillende vormen die die relatie kan aannemen. Dat zijn er veel. De belangrijkste, tussen de polen van absolute scheiding en volledige eenheid zullen we bespreken naar aanleiding van filosofen die zich concentreerden op een bepaalde vorm. De groep is relatief groot, ca. 14 deelnemers. Gezien de interesse en het enthousiasme kunnen we een mooie serie bijeenkomsten verwachten.

Alle cursussen zitten vol, alleen op Pranayama 1 (1e vrijdag op 28 september) zijn nog wat plaatsen. Voor het 'Tijdschrift voor Yoga' schreef ik het volgende stukje over pranayama.

Teksten


Pranayama
‘Ja, we doen ook pranayama op de yogacursus: onder andere de buik- en de volledige ademhaling.’ Pranayama wordt meestal gezien als een serie ademoefeningen. Zelfs Iyengar doet dat, als hij pranayama definieert als ‘the prolongation of breath and its restraint or control’ en als ‘rythmic control of breath’ (Light on Prânâyâma, p. 13 en 278).
Natuurlijk is het goed om ademoefeningen te doen, maar dat is geen pranayama, hooguit een inleiding er op. In pranayama staat prana centraal, de kosmische energie die wij als ademenergie en als levensenergie ervaren. Alleen in deze energetische sfeer kan sprake zijn van pranayama. Pranayama veronderstelt dus, dat er een overgang heeft plaatsgevonden van de materiële naar deze energetische wereld. De relativering van de materiële werkelijkheid en het thuis raken in de ruimte van de energieën is, ondanks de algemene gedachte, een eerste hoofdpunt van de pranayama.
Dit is te vinden in de traditionele vormen van yoga. Yogi’s van een bepaald soort proberen met pranayama hun energie te versterken en zo een onsterflijk ‘diamantlichaam’ te krijgen. In de klassieke yoga van Patañjali en in de rajayoga heeft pranayama een plaats als vierde onderdeel op het achtvoudige pad, na de asana’s en vóór de concentratie en meditatie. Op het pad van inzicht (jñanayoga) is pranayama echter het meest waardevol.
Yoga, als weg, is gericht op de realisatie dat beperkingen en scheidingen niet bestaan. Hoe sneller en directer deze realisatie optreedt des te beter. Juist onder omstandigheden van pranayama is heel gemakkelijk te ervaren dat adem(energie) universeel is, dat je als energie, die je eerst lichamelijk ervaart, universeel bent. Daarmee is de eigen identiteit, niet alleen als materieel persoon, maar ook als een bepaalde energetische vorm, opgeheven. Dan is er geen ‘ik’ meer die ademoefeningen met het materiële lichaam doet of pranayama beoefent om het energetische lichaam te verbeteren, alleen nog een Zelf-zijn als saccidânanda, een puur zijn-bewustzijn-gelukzalig zijn zonder grenzen.
Pranayama geeft dus omstandigheden waarin de uiteindelijke realisatie een grote kans heeft, als de aandacht maar helder blijft bij het vaststellen van de eigen situatie. In die gerichtheid is er een beoefening van pranayama als een niet-doen: het gebeurt vanzelf, zoals steeds beter sporten en muziek spelen bij een gerichtheid op het ideale en het schone. De realisatie van het uiteindelijke vindt ook vanzelf plaats, juist als beoefening als middel is verdwenen. Dan is er zelfs geen gerichte aandacht meer.


Ten slotte nog een tekst van Harry.

Bevlogen

Al gaandeweg door genadevolle hulp
volgde het doorziend inzicht in de volledigheid,
en contrasten overstijgend was er de bevrijdingsnacht.

Zelf-gerealiseerd waren er nieuwe mogelijkheden;
zij activeerden een hoog bevlogen ideaal, zodat
de vrijheid zonder tegendeel geheel openend werd.

Toch werd aan den lijve ondervonden dat bij het aan de leiband lopen
van nog doormalende gewoontes
een over-positief en over-negatief beeld zich moesten uitwerken.

De zenklap op de hoofdkruin was zo’n ompool-moment die
de leermeester van eenvoud me toediende;
daardoor sloeg de activiteit van rajas om tot tamas-inactiviteit.

Zo was er eerst bruisende levenslustigheid, net zoals bij
de overmoedige Icarus die, alsmaar hoger en hoger vliegend in
opperste verrukking van de vrijheid, te heet wordt; hij stort in zee, vleugellam.

Die overmoed is er van nature daar alle mogelijkheden
door bevrijding van de oude persoon sterk toenemen en
daar een tegenwoordigheid van geest je vleugels geeft; dan vlieg je ook.

De harde klap op het water en verdrinkingsdood van Icarus zijn een dieptepunt,
maar voor een getransformeerde onpersoon­lijkheid een hoogtepunt,
daar de onverdeeldheid een feit is geworden.

Dat was de fusie van licht in inzichtlicht op de plaats waar
het hart zonder plaats straalt en waar het door de Liefde in de openheid
overal ingeplaatst is in lege beschikbaarheid;
dan lost het ‘ik ben’ zelfs op, voorbij de guna's in Parabrahman.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod