2-37 Als bewust-zijn ben je onafhankelijkheid van omstandigheden

jaargang 2 nr. 37 (18 december 2001)


Dit is een nieuwe Post op korte termijn na de vorige, want omdat de woensdagavond- bijeenkomst niet in de Kalender stond, belden velen in verwarring naar Odile. In 'het boekje' staat echter dat er woensdag de 19e een avond in Gouda is, dus dan is het zo. We gaan echt niet de kant uit van de NS, die het spoorboekje waardeloos maakt. Ons spoorboekje werkt: de avond gaat door!

Omdat dit bericht toch verstuurd moet worden, gaan meteen wat andere dingen mee.

Hersenen en bewustzijn

Nadat we er attent op gemaakt waren, hebben we vandaag Netwerk gezien over de hartspecialist Van Lommel (Rijnstate, Arnhem), die onderzoek gedaan heeft over bijna-dood-ervaringen. Het belangrijkste dat hij vertelde was dat bij de 300-zoveel gevallen geen enkele activiteit meer was van de hersenen (vlak EEG). Toch waren er preciese ervaringen en denkprocessen, en zelfs waarnemingen van gebeurtenissen vanuit onmogelijke posities bekeken. Wat betreft het eerste punt moest ik meteen denken aan prof. Swaab, de neurobioloog, die we vorige week op het symposium 'Verknipt of Verlicht' hoorden zeggen dat wij onze hersenen zijn. Hij liet toen dia's zien van hersencellen van klinisch dode mensen die na acht dagen nog voortgekweekt werden. Dat was voor hem het bewijs dat na de klinische dood toch hersenprocessen aanwezig zijn, die de visioenen veroorzaken. En, ja hoor, even later in het Netwerk-programma kwam hij datzelfde zeggen. Als ik van Vinod zijn adres krijg zal hem vragen wat voor hersenprocessen met de waarneming en het denken te maken hebben als er geen impulsen meer zijn in de zenuwcellen. Voorlopig lijkt het onderzoek van Van Lommel de zijnservaring te ondersteunen dat bewust-zijn niet afhankelijk is van omstandigheden.

Tekst

Paragraaf 2 van de lezing: 'De gekte van de verlichting en de bijna-verlichting van de gekte'
(Par. 3 stond in AP 2-36)
De nauwe relatie tussen heiligheid/verlichting en gekte
Een eerste ronde.
Voor definities van psychose en verlichting verwijs ik naar de vorige lezing van Norbert Scheepers. In de rest van mijn verhaal hoort u verdere formuleringen.
Wat is psychose?
Norbert Scheepers
Een psychose is een staat van bewustzijn waarbij het contact met  de werkelijkheid verstoort is geraakt. De realiteitstoetsing faalt. Dit kan zich uiten in wanen (een inhoudelijke denkstoornis) en hallucinaties (een zintuiglijke waarneming zonder fysieke prikkel). Kenmerkend is de niet-flexibele instelling en de oncorrigeerbaarheid van de dwaling.
Desintegratie van psychische structuren; chaotisch incoherent denkpatroon; angst en vertwijfeling, beperkt logisch redeneren, het sociaal functioneren is sterk beperkt; sterke gerichtheid op het eigen functioneren en de eigen omgeving, een zeer egocentrische belevingswereld die vrijwel ondoordringbaar is voor anderen; narcisme.
Wat is verlichting?
Norbert Scheepers
Spectrummodel van Ken Wilber met drie transpersoonlijke niveaus
1) Het Psychische - Natuurmystiek
Verruiming van bewustzijn ver voorbij het individuele perspectief; het innerlijke zien; directe en intense wijze van ervaring van de wereld; natuurmystiek.
2) Het Subtiele – God-mystiek
Niveau van de archetypes, van de Goddelijke vonk in eenieder; directe ervaring van het Goddelijke, hoewel er een scheiding blijft tussen het zelf en God; wel ervaring en tijdelijk opgaan.
3) Het Causale - Non-duale mystiek
Geen afgescheiden zelf meer; overstijging van de subject-object dualiteit; wel beschikking over voorgaande niveaus; dat is verlichting.
Hoge mate van integratie van psychische structuren in tegenstelling tot de psychose; het logische denken en het begrijpen van anderen is intact; mededogen.

Heiligheid verbonden met gekte
In de loop van de geschiedenis waren heiligheid en gekte vaak met elkaar verbonden. Dat geldt voor alle culturen. In het oude Juda werd de profeet als gek versleten en daar hadden de mensen redenen voor. Ook gaven de handelingen van Jezus zijn tijdgenoten aanleiding om aan zijn verstand te twijfelen. Paulus zegt: ‘Wij zijn dwazen om Christus’ wil’. Velen die later heilig zijn verklaard, zoals Franciscus van Assisi, gedroegen zich vaak als gekken. Verhalen over heilige gekken en gekke wijzen in de tradities van de Soefi, het Hindoeïsme, Tibetaans en Zenboeddhisme, zijn legio.
* zie de dia: een tekening van een ‘gekke zenmonnik’: ‘Een vroege zenpatriarch die een rol heilige geschriften verscheurd’ – in een vlaag van satori
Natuurlijk hadden en hebben vele verlichten een onopvallend bestaan, maar de verbinding met gekte werd wel vaak gelegd.

De grenzen tussen spiritualiteit en psychose zijn niet scherp. In alle grote spirituele tradities is bewust gezocht naar de marge van de samenleving, waarin per definitie de mensen voor gek worden versleten, naar de sfeer van de clown, de nar, de gek. Gedeeltelijk is het motief om zich volledig op het spirituele pad te begeven en nederigheid te cultiveren, maar ook om anderen iets te leren. In het traditionele India is er een achtenswaardige plaats in de maatschappij ingeruimd voor degenen die naakt rondlopen, op mestvaalten leven en ‘gek’ doen in de naam van spiritualiteit. Maar, ook worden ze gek verklaard. Soms is het verschil met de situatie van de psychoot inderdaad niet erg duidelijk.

Dat is ook soms het geval bij mensen die een spiritueel pad betreden. Vooral wanneer men er alles voor over heeft om een verlichte staat te bereiken, is er een zeker binnendringen in de wereld van grootse gevoelens en machtige beelden. Wanneer dan vastgehouden wordt aan de ik-fucties (ik wil, ik wil niet, ik zal, etc.), kunnen er pathologische situaties ontstaan als de ervaringsinhouden te machtig voor het ik worden.
Zie N. Scheepers en zie punt 5 van mijn lezing.


De spirituele ruimte op de psychpathologische weg
Degene die psychotisch is geworden of naar een psychose neigt, heeft in een eerdere fase in veel gevallen blijk gegeven van interesse in spiritualiteit. In veel gevallen was er een spirituele ruimte. Er was een openheid van de spirituele dimensie, en dat betekent ook een zekere overeenkomst met iemand op een spiritueel pad. Beide zijn door de opening erg kwetsbaar. Bij het ontstaan van een psychose wordt de persoon in die dimensie gezogen, of hij of zij streefde er op manische wijze naar. Zo verdwijnt het contact met de dagelijkse werkelijkheid gedeeltelijk of geheel. De spirituele sfeer wordt dan opgevuld met hallucinaties en wanen van bepaalde machten op een beperkt spiritueel niveau. Dan is er een pathologische situatie.

Het verschil van de werkelijke verlichtingsgerichtheid met pathologie zit in twee punten.
1) Het zien van de betrekkelijkheid van ervaringen en voorstellingen op spiritueel terrein; het doorzien ervan als waan en illusie. Maar ook: het bewustzijn dat de normaliteit van de maatschappij beperkt is en heel betrekkelijk. Er is een leven in en weten van de alledaagse werkelijkheid, maar ook een identiteit die die sfeer teboven gaat.
2) De radicaliteit van het spirituele perspectief, dat is de kennis van en de keuze voor de volledige vrijheid, zonder dwingende regels voor het leven in de wereld. In die gevallen blijken soms persoonlijke eigenaardigheden ongeremder naar voren te komen en onconventionele leermethoden te worden gebruikt. Maar, dit is geen regel. Wel kun je zeggen, dat verlichting geen specifieke levenswijze ten gevolge heeft. Alleen, verlichting betekent per definitie niet meer vastzitten aan het ego-perspectief. Daarom zal er iets te merken zijn van het wegvallen van de ego-gerichtheid.

Het verschil is dus vooral duidelijk op het punt van zelf-zijn en het ego.
Bij de verlichting is er geen afbraak van de gewone ik-functies, wel een bevrijding ervan in de zin van het wegvallen van de ik-kramp die erg sterk is bij psychosen, maar ook aanwezig is in egoïsme, zelf-trots, gevoelens van zelf-belang, zelfoverschatting. Juist deze ik-kramp, in allerlei vormen, is in pathologische gevallen sterk. De ik-identiteit is star en daarom breekbaar. Als die identiteit wordt aangevallen, komen er gemakkelijk problemen.
De verlichting betekent dus een bevrijding van het gebonden zijn aan het ego-perspectief. Ze betekent een bevrijding van de eerste persoon, het zelf, in de zin van een bewustwording van zichzelf als iets dat zich eerst nog als universeel zijn-bewustzijn-gelukzaligheid voordoet, maar uiteindelijk alleen nog is te beschrijven in de negatieve uitdrukking ‘advaita’.

Tekst Harry

'Dat wat is', onder andere over 'liefdevolle beschikbaarheid'.
zonder commentaar; zie bijlage.

Bijlage


“Dat wat is”

Wat je ook helpt is te beseffen wat je als mens bent. Je mag als mens een liefdevolle beschikbaarheid zijn, daar je lichaam en de wereld om je heen, niet los van elkaar staan, maar als één beweging in Bewustzijn tezamen één zijn!
Het louter zijn van ongeobjectiveerd bewustzijn is je diepe ware essentie. Het is voor je verstand en je intellect schijnbaar als een niet te bevatten leegte, maar dat lijkt maar zo, want het is te subtiel om als vorm te worden waargenomen.
Het is de lege beschikbaarheid waardoor de liefde als een gloed van goedheid door kan schijnen, onbelemmerd door wat voor gedachtenobjecten dan ook.

DE LIEFDEGLOED VAN PURE GOEDHEID, DAT BEN JE ZELF!
DAT IS JE ESSENTIE VAN WAAR-WEZENLIJK LOUTER ZIJN!

Het mocht door inspiratie uit mijzelf verwoord worden als “het hart zonder plaats”, als de liefde overal in geplaatst, in het vertrouwen, zo dat het goed is, “Dat wat is”.

Door je zintuigen als één met je gedachten in één beweging van je bewustzijn, verschijnt alles en verdwijnt alles ook weer.

Dat is de kern van “Advaita” het niet twee zijn. Het bewustzijn is de ene drager van lichaam, gedachten en de wereld als object. Het kan nooit gescheiden worden, het is één en ondeelbaar.

Ik hier als persoon en de wereld daar als object is een dualiteit die uit een persoonlijk standpunt voortkomt. Dat is je verteld door mensen die dat zo hebben bedacht en aangenomen en onderwezen, dat de wereld van objecten los staat van jou als persoon en dat er verschil is in subject en object.

Als je aandacht-energie geeft aan de objectkant van jezelf als vorm, lijken er alleen maar vormen te bestaan. Als je aandacht-energie geeft aan de subject kant van jezelf vind je enkel een lege beschikbaarheid die, zonder vorm, alles wat vormt schijnt te hebben onbelemmerd door laat gaan.
Je zou ook op kunnen merken dat de vorm die met gedachte één beweging in bewustzijn is, er in oplost omdat het zonder gedachte inhoud als vorm is. Ofwel de gedachteloze essentie van “Het Zelf” heeft een oplossend vermogen waarin alle gedachte-vormen verdwijnen en als “louter zijn” of als de éne tegenwoordigheid in het bewust-zijn in rust of ongeobjectiveerd bewustzijn latent blijft in tijdloosheid, vormloosheid.
De twee aparte zelven die door ons denken gescheiden worden vormen samen het “levende zelf”, het leven.
Dat gaat boven leven en dood uit, want deze scheiding is in het tweevoudige als tegenstelling gedacht net zoals goed en slecht, licht en donker, etc.
Het is heel moeilijk in woorden te zeggen wat er boven verheven is of wat er aan vooraf is gegaan. Het wordt ook wel het onbenoembare ene genoemd of Advaita (de afwezigheid van twee) (of niet twee). Daarmee wordt verwezen naar het ongedeelde ene zonder een tweede factor. Dus je eigen vorm, je lichaam en de wereld, worden door de zintuigwerking geprojecteerd op het lege witte scherm van je hoger subtiele “Zelf” die lege beschikbaarheid is. Dan verschijnt daar je levensfilm op, waarmee de toeschouwer, de getuige zich mee vereenzelvigt en helemaal opgaat in de levensfilm. Deze is niets anders dan bewustzijn in beweging, en verschijnt op het lege scherm van bewustzijn.
De filmstrook in de projector is het menselijk denken, puur denkenergie die de filmrol samenstelt en het licht dat door de projector de filmbeeldjes belicht is het levende licht,
het subtiele grote “Zelf”.

Samengevat “Het absolute Zelf”of “Het levende Zelf” “Is wat is”, niet door gedachten te vatten, het opzichzelf staande. “Dat wat is” voorbij en voorafgaande aan iedere gedachte tweeheid. Daar kun je nooit iets over zeggen noch van vinden. Daar valt letterlijk alles stil, daar is dan ook, in dat hele subtiele, de absolute “stilte”, het louter zijn, “de levendheid”, zonder leven en dood, waar alleen tegenwoordigheid is zonder vormen of gedachten. Als de beweging van de zintuigen stopt verdwijnt de wereld van vormen op het filmscherm. De gedachten lossen op als de beweging stopt. Samen word dat bewustzijn in beweging genoemd, wat zijn tegenhanger heeft in bewustzijn in rust als niets meer beweegt. Ze horen onafscheidelijk bij elkaar. Want wie kijkt er naar de film in de bioscoop? “Ik zelf” ,Ik die denkt met werkende zintuigen, ik ben getuige van al wat er verschijnt op het lege scherm.
Dan is er de zaal als ruimte waar dat ik in zit. Die is erin aanwezig om te kunnen waarnemen, dan is er de projector plus dat de film die door licht belicht moest worden toen de film werd opgenomen. Dat is dus twee keer licht, dag- of kunstlicht om de film te belichten. In deze metafoor stelt het projectorlicht het bewustzijn in beweging voor als bewustzijnslicht en tevens als filmbelichting bij de opname. Alle twee  zijn bewustzijnslicht. Filmbeelden vormen het donkere spiegelbeeld, wat als contrast het licht van de projector onderbreekt. Dat is het in beelden denken de tweeheid van de dualiteit, waardoor er verschil in de opeenvolging van beelden komt. Je kunt nooit aan twee dingen als beelden tegelijk denken; er is altijd een opéénvolging van gedachten en beeldvorming, zo loopt ook in de filmprojectie, de film, het denken en beelden door.

Hou nog even vol met het begrijpen van deze beschouwing want denken gaat per beeldje heel snel, net zo snel als de snelheid van de film in de projector. De film lijkt op de manier waarop je in je dagelijkse leven de wereldbeelden om je heen ziet afspelen met een natuurlijke snelheid.
De ontwikkelde hersenfuncties hebben deels de functie informatie te verwerken en samen met de zintuigen te projecteren, want zintuigen zijn een verlengstuk van bewustzijn in beweging. Als de filmprojector en film komen ze tot stand via sterke verbeeldingskracht, zo sterk en krachtig dat in een keer de hele verbeeldingswereld verschijnt - opgebouwd uit gedachtebeeldjes-geprojecteerd wordt op het scherm door het licht van het bewustzijn. Zo wordt er een dusdanig echte film vertoond, dat het ik in die zaal er door wordt meegenomen, dat deze droom-film voor hem/haar zo werkelijk wordt als maar wat, er helemaal in opgaat als in een super holografische projectie.
Het opgaan in die beeldenreeksen is dan totaal en niets kan het ik ervan overtuigen dat dat niet werkelijk is, maar projectie. Als je nu heden op dit moment even stilstaat bij dat Ik, wat de aanwezigheid is als getuige-toeschouwer, dan kun je nu enige afstand nemen van de denker. Wat dit gadeslaat is de getuige van de film. Om erachter te komen, wijk je in jezelf, niet denkend maar gevoelsmatig, achteruit, probeer je je denken tot rust te brengen door gedachtebeelden te negeren en richt je je aandacht op de leegte van het niet-denken (het lijkt leeg vanuit het contrast-denken maar is iets onnoembaar reëel). Daar is dan de sfeer van je subtielere “Zelf”, daar is het louter “zijn”, alleen maar zijn. Geen storende beelden die emoties oproepen, noch vereenzelviging met de denkbeelden die opkwamen, helemaal afwezig is de drukte van de ik-spanning, van de persoonlijkheid. De ontspanning is totaal!

Bij mijzelf heeft dat proces  jaren geduurd, met langzaam verdiepende inzichten onder de deskundige leiding van mijn leermeester Douwe Tiemersma, een totaal verlichte advaita-leermeester, volkomen betrouwbaar.Mijn vertrouwen nam toe toen werd bemerkt wat voor heldere inzichten dat bij mij teweeg bracht en toen het heel ontspannen in mij werd. Daarom kon het in mij overgeven aan dat hele subtiele van zelf-stilte, tot aan de zelfrealisatie toe. Het wordt ook wel verlichting of bevrijding genoemd, wat slaat op het bevrijd worden van je oude persoonlijkheid ofwel het ego (niet ik en de rest kan stikken, maar ik en de ander zijn één bewustzijn). Dan kan de liefde doorstromen naar al dat leeft, in feite ben je blij om alles wat is in jou droomprojectie, omdat je beseft dat het een spel is dat het grote subtiele “zelf” speelt.
Dat wordt het spel van god en de mens genoemd, de dans van “Shiva” de kosmische danser, als het “Atman” (het Zelf) en “Brahman”(de wereldgrond ) samen gaat en één is.

Het komt er op aan een levende leermeester te vinden die je kunt vertrouwen om zodoende tot ‘je kern’ door te kunnen dringen en tot verhelderende inzichten kan komen, niet zozeer van horen zeggen, maar uit eigen ervaring, in de ondervinding dat je als mens veel meer bent dan een projectie van denkbeelden door de verbeeldingskracht opgeroepen,  en dat je bent wat voorbij woorden gaat. “De openheid” wordt verlichting genoemd, daar alles vanzelf opengaat als het tegenwoordige “zelf”, een en ondeelbaar, de uiteindelijke realiteit van louter “zijn”.
Deze brief is geschreven vanuit een impuls, en komt zo uit het hart zonder plaats, in het volste vertrouwen dat het leven heel goed is en ook in het tegendeel mag verkeren, om te mogen ervaren het totale leven.

Harry


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod