22 - Hebben en zijn. Een droom.

Jean-Pierre Verschuere

Droom

Ik volg een opleiding bij een mooie zachte dame. Als eindproef moet ik een ei maken. Ik heb daar heel veel werk aan en ik doe mijn uiterste best. Uiteindelijk heb ik een mooi ei gemaakt. Maar de dame is met verlof, en ik kan haar het ei niet gaan geven. Ik zoek koortsachtig naar een koelkast. Ik vind er een, ergens in Leuven op een vuile hoek in een drukke straat. Er staat een rij oude mooie bomen in die straat. Als de dame terug is van vakantie, wil ik haar het ei bezorgen, maar ik vind die koelkast niet terug. Ik zoek koortsachtig heel Leuven af, maar vind hem niet. De dame maakt mij het verwijt dat ik onaangenaam ben in de omgang. Ze zegt dat ik zenuwachtig, brutaal en effectgericht ben. Ik antwoord in tranen dat ik het ei wil terugvinden, omdat ik anders niet zal geslaagd zijn voor mijn proef. Ze antwoordt dat ze gezien heeft hoeveel ik eraan gewerkt heb, en dat ze me niet zal laten zakken, ook niet als ik het ei niet terugvind. Ik ben sterk ontroerd door dat antwoord. Maar toch wil ik dat ei terugvinden, want ik wil niet zomaar slagen voor de proef, ik wil véél punten hebben. Het was immers een heel mooi ei dat ik gemaakt heb. Plots herken ik de straat van de koelkast. Ik herken de bomen. Ik loop onder de bomen naar de koelkast toe. Ik begin steeds meer kuikentjes tegen te komen onder de bomen. Uiteindelijk is het als een beekje van kuikentjes, duizenden en duizenden. Ik zie een heel mooi kuiken, een beetje groter dan de andere. In een reflex pak ik het vast. Het vecht wanhopig om los te komen. Het voelt heel sterk en levend aan. Ik ben ervan overtuigd dat dit het kuiken is uit mijn ei, en denk erover dit kuiken in te dienen bij de dame. Maar dan besef ik dat dat niet kan, ik heb mijn ei immers in de koelkast gestopt, om het te kunnen indienen. Ik laat het kuiken los en loop naar de koelkast. Die is proper uitgekuist en volkomen leeg. Stilletjes hoop ik dat dat mooie kuiken toch uit mijn ei gekomen is.

Interpretatie

1. Een ei maken.
a) Dat ei moeten maken verwijst naar de uitdrukking 'Het wordt tijd dat hij zijn ei legt'. Het wijst er dus op dat het ego zich onder druk gezet voelt om iets 'neer te zetten', dit door confrontatie met prestaties van personen in de omgeving.
b) Tegelijkertijd wordt de kern van de zaak al aangeraakt: een persoon kan geen ei 'maken'. Er is hier een door elkaar halen van de persoon en de essentie.
c) Het ei staat natuurlijk voor leven, natuurlijkheid en creativiteit. Dit zou dus moeten gemaakt worden.

2. Opdracht, eindproef
Het gaat dus over goedgekeurd worden. Er moet gepresteerd worden teneinde mee te tellen. Het ego kan lukken of mislukken, en het wil absoluut lukken.

3. Mooie zachte dame
Het gaat om geborgenheid.

4. Veel werk, ik doe mijn uiterste best
Het ego is ervan overtuigd dat inspanning nodig is om er te mogen zijn.

5. Het lukt me een ei te maken.
Het ego is ervan overtuigd creatief te kunnen zijn, leven te kunnen maken, en dat leven dan ook zijn eigendom te mogen noemen.

6. De dame is met verlof.
Het ego kan het Geheel niet overtuigen van zijn scheppingskracht.

7. De koelkast
Het ego legt er zich niet bij neer. Het leven wordt in de koelkast gestopt, om de verworvenheid niet in gevaar te brengen. Dat het leven zo niet verder ontwikkelt, daar staat het ego niet bij stil.

8. Een vuile hoek in een drukke straat.
Het domein van het ego en zijn koelkast is niet aangenaam.

9. Oude mooie bomen in de straat.
De situatie is niet helemaal hopeloos. Het belang van dat waar aanvankelijk zomaar aan wordt voorbijgelopen.

10. De koelkast blijkt onvindbaar.
Veel inspanning nodig om te scoren met een onderkoelde 'prestatie' uit het verleden.

11. De dame zegt me dat ik niet mooi leef.
Het leven is een spiegel.

12. Ik druk mijn angst uit, dat ik misschien niet aanvaard zal worden.
De eeuwige angst van het ego.

13. De dame zegt me dat ik mijn best gedaan heb, en daardoor aanvaard ben. Het resultaat, de prestatie moet er niet echt zijn, zijn best doen is genoeg. Maar het ego moet dus wel zijn best doen, blijkbaar.

14. Ontroering
Dit is een moment van inzicht, van catharsis. Gedeeltelijk toch.
Er wordt ingezien dat resultaat niet essentieel is.
Dit geeft een grote ontspanning.

15. Ik wil toch veel punten halen.
Aanvaard zijn is niet genoeg voor het ego. Het wil de beste zijn, niet één van de velen.

16. Ik vind de straat terug door de bomen.
De natuur wordt gezien na de gedeeltelijke catharsis. Wat vroeger niet geacht werd blijkt van levensbelang (voor het ego). Dit geeft het ego weer hoop op tastbaar resultaat.

17. Duizenden kuikens.
Het leven is overvloedig vruchtbaar, los van het ego. Het ego had er nooit aan gedacht dat er een kuiken kan uit een ei komen, en hier wordt het geconfronteerd met de enormiteit van zijn verdwazing.

18. Ik pak een kuiken vast, het mooiste.
Het ego probeert zich het leven toe te eigenen.

19. Het kuiken voelt heel levendig aan.
Heel sterke gewaarwording.

20. Ik laat het kuiken weer los.
Moment van inkeer dank zij confrontatie met overstijgende kracht. Daardoor geen toeëigening.

21. Ik loop naar de koelkast.
Het ego blijft hardnekkig gefocust op zijn ‘persoonlijke’ prestatie, ondanks de overdonderende werkelijkheid.

22. Koelkast is leeg.
Ego staat met lege handen.

22. Stille hoop.
Ego hoopt toch nog op resultaat, wel niet meer in de ogen van anderen, maar toch...nog altijd hardnekkig egocentrisch dus.



Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod