Guido Gezelle (1830-1899)


Het kan niet missen: ook gedichten van Guido Gezelle krijgen hier een plaats. Het oudere Vlaams en de religieuze natuurmystiek doen vreemd aan in onze tijd, waardoor Gezelle enigszins in het vergeetboek is terechtgekomen. Dat is onterecht, wat duidelijk is bij het lezen van de onderstaande gedichten. Het eerste gaat over het blaadje dat op het water valt. De verschillen tussen beide verdwijnen, maar ook: 'Zoo lag ik in den Hemel van dat water'. Een tekst om hardop te lezen. Het tweede gedicht 'Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft' is of was het meest bekend, samen met de gedichten over de schrijverkes op het water en het ruisende riet. De priester Guido Gezelle was een inspirerend leraar in en om Brugge en zocht naar een poëzie die aansloot bij de Vlaamse volkstaal. Door zijn vernieuwende vormen heeft hij ook veel invloed gehad op de ontwikkeling van de Nederlandse poëzie.
Uit: Volledig dichtwerk, Pelckmans / Lannoo, 1998

*

Waarom en kunnen wij niet,
mijn vriend, waaromme
waarom toch
lijk de blommekes zijn
die rondom u, rondom
mij staan ?

*

't Er viel 'ne keer

(herinnering aan Beethoven's Septuor)

't Er viel 'ne keer een bladtjen op
het water
't Er lag 'ne keer een bladtjen op
het water
En vloeien op het bladtje dei
dat water
En vloeien dei het bladtjen op
het water
En wentelen winkelwentelen
in 't water
Want 't bladtje was geworden lijk
het water
Zoo plooibaar en zoo vloeibaar als
het water
Zoo lijzig en zo leutig als
het water
Zoo rap was't en gezwindig als
het water
Zoo rompelend en zo rimpelend
als water
Zoo lag 't gevallen bladtjen
op het water
En m'ha'gezeid het bladtjen ende
'et water
't En was niet 't een een bladtje en 't an-
der water
Maar water was het bladtje en 't blad-
tje water
En 't viel 'ne keer een bladtjen op
het water
Als 't water liep het bladje liep.
Als 't water
Bleef staan, het bladtje stond daar op
het water
En rees het water 't bladtje rees
en 't water
En daalde niet of 't bladtje daalde
en 't water
En dei niet of het bladtje dei't
in 't water
Zoo viel der eens een bladtjen op
het water
En blauw was 't aan den Hemel end'
in 't water
En blauw en blank en groene blonk
het water
En 't bladtje loech en lachen dei
het water
Maar 't bladtje en wa' geen bladtje neen
en 't water
En was nie' méér als 't bladtjen ook
geen water
Mijn ziele was dat bladtjen: en
dat water?-
Het klinken van twee harpen wa'
dat water
En blinkend in de blauwte en in
dat water
Zoo lag ik in den Hemel van
dat water
Den blauwen blijden Hemel van
dat water!
En 't viel ne keer een bladtjen op
het water
En 't lag ne keer een bladtjen op
het water.

*

Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft:
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
't diep gedoken Woord zoo zoet...
als de ziele luistert!


*


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod