Tekst uit Chandogya Upanishad
16 januari 2006
De kleinzoon van Arjuna, Shvetaketu, kwam ingebeeld van school thuis bij zijn vader die een bekende leraar was: Udd?laka. Deze begint met hem stap voor stap uit te leggen in de vorm van vraag en antwoordengesprekken wie hij werkelijk is. Ware kennis is voor Udd?laka kennis van het Zijnde, dat ongedeeld is, zonder tweede. Zoals iemand door een blokje klei te kennen alles wat van klei (vervaardigd) is kent.
13. ‘Leg dit zout in het water en kom morgen bij me terug.’
Shvetaketu deed wat hem gezegd werd.
Zijn vader: ’Breng me het zout dat je gisteravond in het water hebt gelegd.’ Hij voelde ernaar maar kon het niet vinden.
Zijn vader sprak: ’Je kunt het niet vinden omdat het volledig is opgelost. Indien je het wilt waarnemen, proef er dan aan de bovenkant aan. Hoe smaakt het?’
‘Zout, heer.’
‘Proef in het midden, hoe smaakt het?’
‘Zout, heer.’
‘Proef van de bodem. Hoe smaakt het?’
‘Zout, heer.’
‘Zet het weg en kom bij me terug.’
Zijn vader sprak toen:’Dat zout is er aldoor en is overal. Waarlijk, precies zo is het Zijn overal, je kunt het niet waarnemen, maar het is er werkelijk. Dat wat deze subtiele essentie uitmaakt, dat alles heeft Dat als het zelf. Dat is de waarheid. Dat is het atman. Dat ben jij, Shvetaketu.
Uit: De elf grote Upanishaden, Advaita Centrum, Leusden 2004
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.