Hans Laurentius, De vreugde van verlichting


Ankh-Hermes bv, Deventer 2000, 160 blz.


Dit boek van Hans Laurentius richt zich vooral tot mensen die sterk bezig zijn met het werken aan zichzelf, met het doel gelukkig te worden. De boodschap is, dat dit werken achterwege zal moeten gelaten worden, wil men zich openstellen voor het essentiële.
Hij heeft het over de twee zijden van inspanning. Enerzijds is in het begin een zekere inspanning onvermijdelijk, anderzijds komt elke inspanning voort uit het ego, en elk werken door het ego volgens een bepaalde methode geeft het ego respijt.
Hij geeft een heldere uiteenzetting van het proces dat leidt naar realisatie. Het steeds duidelijker zien van de persoonlijkheid als object, tot er zo een groot besef is van helderheid, dat 'je niets anders meer wil'.
Omdat hij ondervindt dat het bij veel mensen niet helpt de waarheid steeds opnieuw te herhalen, probeert hij de zoeker tegemoet te komen. Zo geeft hij naast een aantal oefeningen ook 'acht handvatten ter verlichting van de duisternis'.
Sommige zinnen zijn niet zo goed geformuleerd, en de opbouw van het boek is niet altijd even helder, maar de boodschap komt goed door: blijf niet staan bij een zeker gevoel van welbehagen, durf verder gaan naar iets totaal anders. Wat telt is inzet, alertheid, maar wel zonder doel. Wachten zonder verwachtingen, totdat Bewustzijn als het ware met een lus terugkomt op zichzelf, en zichzelf in het gelaat kijkt.

[J.-P.V.]


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod