3-39 De hoogste dharma is moksha

jaargang 3 nr. 39 (16 december 2002)


Patricia heeft weer iemand geïnterviewd, dit keer Willem Veelenturf die in de jaren ’80 de advaita-bijeenkomsten in Gouda volgde (zie bijlage).
De tweede bijlage zijn de enigszins uitgewerkte aantekeningen van de lezing ‘Mensenrechten: dharma en moksha’ die ik hield op een avond over mensenrechten, georganiseerd door de hindoestaanse Stichting Agni, die de bescherming van de ‘Hindoe Dharm’ ten doel stelt. Het is de vraag hoeveel ervan in de zaal vol met hindoestaanse mensen overkwam, omdat moksha ver van hun bed staat. Toch is het voor hen van belang om de kern van hun traditie beter te leren zien.

Aanstaande woensdag is er de laatste advaita-avond / satsang in Gouda dit jaar. Een thema, geschikt voor deze tijd van het jaar, is: vrede.

Op 6 januari zou een Meditatie 1 cursus starten, maar dat wordt een Meditatie 3 cursus. Enerzijds wilden de mensen van de huidige tweede cursus dolgraag doorgaan, anderzijds waren er – ook omdat ik weinig aan PR heb gedaan – weinig inschrijvingen voor een eerste cursus.
Er zijn nog een paar plaatsen open. Als er mensen zijn die de eerste cursussen hebben gevolgd of anderszins vertrouwd zijn met meditatie en graag willen meedoen, kunnen zij zich aanmelden.
De wekelijkse bijeenkomsten zijn alle maandagen van 21.00-22.15 uur, op Crabethstraat 38.
De kosten van 8 lessen, inclusief een werkboek bedragen 60, - Euro, over te maken op postgiro 4403676, t.n.v. Yogacentrum De Ruimte, Gouda. Na opgave en overmaking is de opgave definitief.

Nog een aankondiging van het C.S.F. uit Rotterdam: a.s. zaterdagavond, 21 december, is in het bibliotheek theater een podiumprogramma over de Bhagavad Gita, (deze valt binnen de thematiek van de Vedanta traditie ). Meer informatie: www.spiritualiteit-filosofie.nl of tel. 010-4790809

Eerste bijlage

Het is zo klaar en duidelijk dat je niet de persoon bent
Interview met Wim Veelenturf
door Patricia van Bosse

Vanaf begin jaren ‘80 bezocht Wim Veelenturf een lange tijd de gespreks- en meditatiebijeenkomsten van Douwe. Het was na zijn pensionering en zijn verhuizing naar Wolfheze dat alles tot rust kwam en de grote openheid zich aandiende. Nu vindt hij het onverantwoord deze inzichten voor zichzelf te houden en geeft hij in Oosterbeek tweewekelijks meditatieavonden.
In de bosrijke omgeving van Wolfheze staat in een ruime lieflijke tuin de bungalow waar hij en zijn vrouw wonen. Daar ontmoeten we elkaar en vertelt Wim Veelenturf over zijn leven en zijn realisatie.

‘Mijn verhaal kan ik laten beginnen in de periode dat ik rond de veertig was. Het ging toen helemaal niet goed met me. Het is voor iedereen een leeftijd waarop men zich vragen stelt hoe het leven verder zal gaan, maar ik was eigenlijk overspannen, al kon ik dat niet toegeven. Om me toch staande te houden slikte ik tabletten. Ik nam alles heel serieus, zo zat ik in elkaar. Mijn baan was eigenlijk te zwaar voor me. Ik was verantwoordelijk voor een fabriek die melkproducten maakte, waar zo’n 400 mensen werkten. Aan de specialist die mij de tabletten voorschreef vroeg ik of er niet een andere mogelijkheid was. Hij antwoordde dat ik twee dingen kon doen: naar een psychiater gaan of yoga gaan doen. Ik had nog nooit van yoga gehoord maar dat heb ik geprobeerd. Het was een openbaring voor me! Na drie maanden slikte ik geen tabletten meer, dat was niet meer nodig.
Mijn vrouw is toen ook yoga gaan doen. Zij is er veel consequenter mee door gegaan dan ik, ze wilde ook les gaan geven en is de opleiding gaan volgen bij Rama Polderman. Hoewel ik thuis wel oefeningen bleef doen, heb ik de yoga laten verwateren, ik wilde meer de spirituele kant op.
Wat eigenlijk de doorslag heeft gegeven wat betreft het spirituele is een boekje dat ik in handen kreeg van Vimala Thakar, een Indiase vrouw die toen vrij veel in Nederland kwam en lezingen gaf aan de Universiteit van Nijmegen. Ik was er helemaal weg van, het bevestigde me in wat ik altijd had gedacht. Op een tekencursus die ik volgde, vertelde ik erover. Mijn medecursisten vonden het ook interessant en wilden er wat meer van weten. We zijn toen gespreksavonden bij ons thuis gaan houden waar we over die boekjes spraken. Die groep is een heel hechte vriendenkring geworden, die nog steeds bij elkaar komt, maar in plaats van praten, zingen we nu met elkaar.

Had je Douwe toen al ontmoet?
Mijn vrouw had Douwe ontmoet op een yoga overleg in de regio Gouda en gehoord dat hij gespreksavonden hield. We zijn daar samen naar toegegaan. Begin jaren ’80 waren de bijeenkomsten in het vorige huis waar Douwe woonde nog gewoon in de huiskamer. Toen is hij verhuisd naar de Bloemendaalseweg en zijn die bijeenkomsten doorgegaan op de zolder, één maal per maand een meditatieavond en éénmaal per maand een gespreksavond. Ik ben daar jarenlang naar toe gegaan. De meditatieavonden werden slecht bezocht, er was een kleine kern van drie of vier mensen die heel regelmatig kwam, waar ik ook bij was. Soms kwamen er zes, maar dan verliep dat weer. Veel mensen kwamen een keer kijken hoe het was en als het anders was dan verwacht, gingen ze weer weg. Op de gespreksavonden kwamen wat meer mensen, zo’n tien of twaalf.
Mijn vrouw is er vrij snel mee opgehouden, zij had meer belangstelling voor yoga, voor ademhaling en gezondheid, maar ik ben blijven komen. Toen ik bij Douwe kwam, ervoer ik dat wat ik ervan had gezien de buitenkant was. Maar een lange tijd was het zo dat ik wel thuis mediteerde, dan ging ik een half uur zitten en daarna ging ik over tot de orde van de dag. Het stond los van het gewone doen en laten, het was iets wat je ernaast deed.

Je hebt inderdaad een lange tijd de bijeenkomsten bezocht.
Ik zat zo vast in dat patroon. Achteraf zie je dat duidelijk, ik had die baan die eigenlijk te zwaar voor me was. Ik voelde me heel verantwoordelijk en wilde alles onder controle houden, ook thuis. We hadden vier kinderen gekregen in zes jaar tijd en we woonden op een boerderij bij de Vlist die we helemaal hebben opgeknapt. Het was een druk leven, dat ik alleen maar aankon als ik structureel de zaken vasthield. Dat wordt dan je levenspatroon, terwijl dit allemaal loslaten is. Het heeft lang in de week moeten staan voor er wat scheuren in kwamen, voor ik het toeliet. Ik heb tegen Douwe wel gezegd: ik sta voor een deur en ik kom er niet doorheen. Dan zei Douwe, ja maar de deurknop zit toch aan jouw kant, je moet hem open durven doen.
Toch was ik er wel gevoelig voor. Ik ben een boerenzoon, en hoewel mijn vader snel is gestopt met boeren, had ik veel vriendjes die op een boerderij woonden. Als ik dan soms door de polder liep, dan kon ik ineens zo’n piekervaring krijgen dat ik totaal van de kaart was, helemaal oploste en heel erg gelukkig was. Dat is me altijd bijgebleven.
Ik ben van katholieke huize, opgegroeid in een heel streng, groot katholiek gezin. Dat katholieke was ook heel gestructureerd in wat wel en niet mocht. Op een bepaald moment deelde ik de hele dag in, een gedeelte voor de kerk, voor het werk en voor het gezin. En ik probeerde allerlei deugden aan te leren en ondeugden af te leren. Dat was het oude geloofsverhaal, je moest een deugdzaam leven leiden en dat lukte me aardig. Maar als ik dan een gesprek had met Douwe zei hij: je hoeft niet een heilige te worden, dit gaat veel verder dan dat je steeds aan je persoon aan het schaven bent. In de openheid vindt alles plaats, het hoort er allemaal bij, wat er ook in plaats vindt.
Voor mij was het moeilijk om het verbeteren van de persoon los te laten. Daar zit Douwe niet goed dacht ik, toch moet dat. Ik wou hem gewoon niet geloven op dat punt. Ik was bang dat het een chaos zou worden als ik de persoon los zou laten en geen controle meer zou hebben. Toch bleef ik wel komen. Achteraf gezien had ik de houding dat ik keek wat ik van hem kon gebruiken en wat niet. Zo ging het jarenlang, tot ik begon te twijfelen.

Hoe zijn die scheuren in de persoon ontstaan?
Wat me heel erg heeft geholpen om niet meer aan de persoon te willen werken was dat experiment van Douglas Harding. Je kijkt door een buis en je ziet aan de andere kant een gezicht van iemand anders. Dan breng je je eigen gezicht in gedachten, maar dan is er geen gezicht, dan is er alleen maar openheid.
Toen ik met mijn zestigste met pensioen ging, was het maatschappelijk allemaal goed voor elkaar, ik dacht nu wil ik het ook geestelijk goed voor elkaar hebben: ik ga een paar maanden naar India. Er was iemand van de groep die bij Douwe kwam, die naar India ging, naar Auroville waar de Moeder en Sri Aurobindo hadden geleefd. Met nog een bekende zijn we met zijn drieën op reis gegaan. We zijn het grootste gedeelte van de tijd in Auroville geweest, ook hebben we de ashram van Ramana Maharishi bezocht, bij de berg waar hij gewoond heeft. Ook Sri Aurobindo en de Moeder waren al dood, maar het was een heel mooie plek, een prachtige omgeving. Ik heb daar ervaringen gehad die ik nog nooit had gehad. Ik dacht: dit is het. Maar helaas, toen ik na drie maanden thuis kwam, zakte het helemaal in elkaar. Het was daar een soort laboratorium, een beschermende kas waar je kon groeien, maar waar geen weerstanden waren. Toch is het wel belangrijk voor me geweest te ervaren dat alles openging en alles vrij was. Toen ik terug was en Douwe weer ontmoette, begon hij te lachen. Hij bevestigde dat het goed was dat ik die ervaring had gehad, maar dat het er om ging dat die vrijheid stabiel zou worden. Die zou onder alle omstandigheden kunnen blijven en aanwezig zijn, alle omstandigheden mogen dan daarin zijn en zijn daarin opgenomen.

(2e deel volgt)

Tweede bijlage

Mensenrechten: dharma en moksha
Lezing ‘Symposium Mensenrechten’, Stichting Agni, 14 december 2002, Museon Den Haag
Douwe Tiemersma

1 Inleiding

Werkgroep Agni heeft mij gevraagd een bijdrage te leveren aan dit Symposium
“Mensenrechten, een zaak van alle mensen”

Ik zal dat doen vanuit mijn achtergrond van de Indiase filosofie en speciaal die van de Advaita Vedanta.

Daarbij zal ik aansluiten bij de doelstelling van Werkgroep Agni:
het beschermen van normen en waarden van de Hindoe Dharm; daaraan ontleend het promoten van mensenrechten en het verlenen van humanitaire hulp.

Wat een filosofische benadering kan doen is een verduidelijking geven van ‘dharma’, van ‘mensenrechten’ en van de relatie ertussen.

2 Dharma

Dharma (van Sanskriet dhr = dragen) Dharma: dat wat het menselijk leven en samenleven draagt, wat het leidt, de wet, de zede, de godsdienstige en sociale praktijk, de leer). Dharma de morele grondslag voor het gedrag van het individu en het fundament van de structuur van de menselijke gemeenschap.

Reeds vroeg ontwikkelde zich een uitgebreide dharmaliteratuur (Dharmasûtra’s en Dharmashâstra, in de eerste plaats de Manu-smriti of Mânava Dharma shâstra (1e millennium v.Chr.) met religieus-sociale plichten en gedragsregels.
Functie: alles in de maatschappij op een goede manier te laten verlopen.

Deze plichten en regels zijn niet voor iedereen dezelfde, ze zijn onder andere afhankelijk van de plaats die men volgens de geboorte heeft. Ze veronderstellen de sociale indeling in vier varna’s, de vier standen, elk met een eigen dharma (svadharma).
Ze zijn in de Indiase geschriften ook niet dezelfde. Bijvoorbeeld het dharma in de tijd van de Dharmasûtra’s is anders dan in de middeleeuwse Purana’s.

Daar kom ik straks op terug. Eerst iets over Mensenrechten.

3 Mensenrechten

Wanneer je mensenrechten onderschrijft, ben je van mening dat die rechten aan alle mensen toekomen. Elk mens heeft die rechten, alleen al omdat hij of zij een mens is. Vanuit het mens-zijn vloeien de rechten voort. Ze zijn fundamenteel en onvervreemdbaar.
De grondslag is de notie van wat mens-zijn betekent. Je hebt een notie van mens-zijn waarbij direct de rechten behoren.

In het Westen kwam deze notie, na een voorgeschiedenis in de Hellenistische tijd, pas op in de loop van 18e en 19e eeuw. Pas in 1948 werd er de ‘Universele Verklaring van de rechten van de mens’ door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen (Universal declaration of human rights).

Artikel 1:
All human beings are born free and equal in dignity and rights. They are endowed with reason and conscience and should act towards one another in a spirit of brotherhood.

4 Mensenrechten: dharma

Zegt het dharma iets over mensenrechten?
Het traditionele dharma is er niet zo duidelijk over.
We hebben gezien: de plichten en regels hangen samen met de plaats die men volgens de geboorte heeft. Ze zijn specifiek voor bepaalde sociale groepen. Ze zijn historisch en geografisch veranderlijk. Ze staan in een context van een bepaalde samenleving. Ze zijn historisch-maatschappelijk-cultureel bepaald.

Wat betekent Dharma voor ons nu?
Twee subvragen:
a) Is er een universele laag in het dharma, die het specifiek tijd- en plaatsgebondene overstijgt?
b) Hoe moeten wij ermee omgaan?

a) Ja -
Nog eens gaan kijken wat het principe van Dharma is:
dat wat mensen in hun onderlinge verkeer draagt –
recht doen aan anderen, zodanig handelen dat anderen krijgen waar ze recht op hebben.
Op dit universele niveau van dharma gaat het om mensenrechten.

Verder: er zijn ook algemene dharma-formuleringen in de Indiase geschiedenis, bijvoorbeeld de yama als eerste van de acht treden van de yoga volgens Patañjali (Yogasûtra’s):

Yama: algemene morele discipline

1 Geweldloosheid (ahimsâ)
2 Waarachtigheid (satya)
3 Niet stelen (asteya)
4 Kuisheid (brahmacarya)
5 Geen bezit bijeenhalen (aparigraha)


b) Hoe moeten wij met het dharma omgaan?

De sociale structuur is niet meer die van de vier standen. De fixatie van iemands sociale plaats is verdwenen en er zijn nu sociale rollen die veranderlijk zijn.
Dus steeds in de concrete situatie zal gekeken moeten worden wat het eigen dharma is.

Daarbij is er het dharma op algemeen niveau, zoals we zagen. Dit kan een leidraad vormen, een achtergrond bij het zien van wat in een situatie je eigen taak is.

Daarbij kan de kennis van de traditionele regels een rol spelen, als voorbeelden van de concretisering in een traditionele cultuur. Voorbeelden die nu aangepast zullen moeten worden aan de huidige situatie.

Je eigen taak zien in de huidige situatie – daarbij gaat het niet om het eigenbelang; er zijn overwegingen en richtlijnen die ook de rechten van anderen garanderen. Deze dragen (dhr) je sociale gedrag.

5 Mensenrechten: moksha

Alles wordt nog duidelijker, als we de dharma in het licht zien van moksha.

Traditioneel zijn er in het hindoeïsme vier levensdoelen: kâma (plezier, genot), artha (levensonderhoud, welvaart), dharma en moksha.
Ze worden meestal als waarden gezien in een hiërarchische volgorde. Bijvoorbeeld in de Manu-smriti heeft moksha als ongedifferentieerde eenheid met Brahman de hoogste waarde, terwijl dharma als een voorbereiding wordt gezien.

Juist in het perspectief van moksha komen de universele mensenrechten op hun plaats. Daarin wordt de grond waarop mensenrechten worden toegekend duidelijk.

In ieder geval sinds de tijd van de oude Upanishaden (7e en 8e eeuw voor Chr.) bestaat in India het idee van een zelf-zijn dat vooraf gaat aan eigenschappen en condities. Het is een zelf-zijn dat niemand kan pakken, niemand tot een ding kan maken. Het is alleen te herkennen in de sfeer van de eerste persoon, jezelf.
Dit is het hoogste zelf (paramâtman) dat onderscheiden moet worden van het zelf-zijn in de wereld (jîva). Dit wereldse zelf-zijn heeft wel eigenschappen, bijvoorbeeld dat het een naam heeft gekregen en in tijd en ruimte bepaald is. Vaak wordt het zo voorgesteld dat het onbeperkte Zelf een lichaam en zo de wereld is binnengegaan, zich heeft geïncorporeerd. Dan is er een belichaamd zelf.

In de wereld staat het zelf-zijn van de ene persoon tegenover dat van een andere. Er is een scheiding tussen de ander en mijzelf, tussen de wereld en mijzelf. Deze scheiding is de grond van verlangen. Men is van niet tevreden met de eigen beperkte ruimte en zoekt geluk in de opname van andere dingen in de eigen sfeer of uitbreiding van zichzelf.
Maar, zolang er een scheiding is, wordt het verlangen niet definitief bevredigd. Zolang met een beperkt zelf-zijn is, blijft het lijden.
Bij het bevredigen van eigen verlangens zijn andere mensen middelen om bij die bevrediging verder te komen. Zij staan in dienst van het beperkte zelf-zijn of ego.

Pas als de ander niet meer een middel is, maar zelfstandig ten opzichte van mij, kan hij of zij rechten hebben die verder gaan dan degene die ik hem of haar in mijn goedheid toebedeel.
Dat betekent dat ik de zelf-standigheid van de ander erken, de diepte in de ander die aan mijn toekenning van betekenis onttrekt, het niet-objectiveerbare, oorspronkelijke hoogste zelf.

In de staat van moksha is het eigen zelf-zijn universeel geworden.

Vers 6.29 van de Bhagavadgîtâ luidt:

Degene wiens zelf een geheel is geworden door yoga, ziet
zichZelf in alle wezens
en alle wezens in zichZelf:
overal dezelfde aanblik.

In de Isha-Upanishad staat:

Wie al wat hier op aarde leeft en beweegt en is,
ziet als in het eigen Zelf,
en dat Zelf weer als levend in al wat is,
die kent geen haat of afkeer meer.

6 Moksha en praktijk

Dat is de hoogste situatie, waarin het dharma als geheel van regels, de leer, is vervuld. Er is geen egocentrisch persoon meer. Er bestaat geen scheiding meer tussen de een en de ander.
Dan automatisch ook het prinicipe van dharma,die ik al aanduidde:
recht doen aan anderen, zodanig handelen dat anderen krijgen waar ze recht op hebben.

Voor zover er dan nog een handelen is in de wereld, gaat dit in de zin van karma-yoga.
Zie de Bhagavadgîtâ: niet gericht zijn op de resultaten van handelen, maar doen wat voor handen ligt om gedaan te worden.

Over de mens die tevreden is met het Zelf, staat in de Bhagavadgîtâ (3.18):
Zo iemand stelt zich geen doel wanneer hij handelt,
ook niet wanneer hij niet handelt.

Dan automatisch het rechte handelen, door de eenheid met andere mensen in hun diepste zelf-aspect wordt automatisch aan de mensenrechten voldaan. Dus niet omdat het regels zijn die gevolgd moeten worden, maar in het niet-verschillend zijn (advaita).

Voor zover de identiteit van Âtman met Brahman nog niet is gerealiseerd, blijft de karma-yoga een belangrijk punt.

Bhagavadgîtâ 3.19:
Doe daarom je plicht in volle onthechting.
Want door te handelen
zonder gehechtheid
bereikt de mens het Allerhoogste.

3.25
Zoals de onwetenden handelen
uit gehechtheid, Arjuna,
zo dienen wijze mensen te handelen zonder gehechtheid
met het welzijn van de wereld voor ogen.

7 Conclusies

Mensenrechten

Algemene mensenrechten veronderstellen de notie
dat mensen in hun menszijn gelijk zijn
en dat zij allen gelijke rechten hebben;

dat zij meer zijn dan een object en middel
en dat ze dus het recht hebben niet als zodanig te worden bejegend of gebruikt;

Dharma

Er moeten tenminste twee soorten dharma worden onderscheiden:
1) de dharma die zich beperkt tot een samenleving in een bepaalde historische periode en in een bepaalde regio;
2) de dharma die boven die begrenzingen uitgaat, universeel is.

Deze laatste geeft het prinicipe van dharma:
zodanig handelen dat anderen krijgen waar ze recht op hebben, recht doen aan anderen.
De yama vloeit hieruit voort.

Bij de verdere concretisering kan men niet zomaar de traditionele regels volgen, omdat de sociale en persoonlijke situatie niet meer traditioneel is.
Per situatie zal dus gezien moeten worden wat de eigen taak is.
Daarbij is er een gedragen worden door het algemene dharma en door de traditionele voorbeelden.

Moksha

Nu, voldoen aan de mensenrechten, zo heb ik laten zien, is recht doen aan het niet-reduceerbare en onbeperkte Zelf van anderen.

a) Het onreduceerbare, onbeperkte Zelf
De mensenrechten veronderstellen dat mensen een onvervreemdbaar, niet-reduceerbaar zelf-zijn hebben.
Die notie komt uitvoerig voor in de hindoeïstische traditie, in ieder geval vanaf de oudste Upanishaden (8e eeuw, met een oudere mondelinge traditie hiervoor).

Het is goed deze notie van Zelf-zijn (Âtman) centraal te stellen bij de discussie over mensenrechten in onze tijd. Het vormt de kern van de argumentatie voor universele mensenrechten.

b) De praktijk
Recht doen aan het niet-reduceerbare Zelf van anderen, wordt ten volle pas gerealiseerd in de ‘staat’ van moksha, niet als een zich volledig terugtrekken, maar als Openheid. Dan wordt het zelf van anderen ervaren als het eigen zelf.

Het rechte handelen vindt dan automatisch plaats in de zin van karma-yoga, doen-niet-doen;
in een sfeer van zelf-zijn waarin anderen niet verschillend van jezelf zijn;
een handelen ‘voor het welzijn van de wereld’.

Centraal staat dus de realisatie van het Zelf-zijn, van jezelf en van dat van anderen, als niet-reduceerbaar, onbeperkt, advaitisch.
Dan betekent dharma dat er Zelf-bewust zonder egocentriciteit de taken worden gedaan zonder gehechtheid voor het welzijn van de wereld. Deze Zelfkennis is moksha.

Het hoogste dharma (waarde, regel, leer) is dus moksha.
Dat is het eeuwige dharma: sanâtana dharma.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod