1 - Constatering beelden


Een ervaringsverslag over beelden en leven in psychose en na bijna drie jaar advaita-onderricht

Pia de Blok

In deze periode van drie jaar volgde ik colleges op de Erasmus Universiteit, woonde ik advaita-gespreksavonden (satsangs) bij en kreeg ik begeleiding van Douwe Tiemersma.

Hieronder komen aan de orde:
1 Ten eerste een korte schets van het verleden;
2 vervolgens de overeenkomsten en de verschillen tussen het zien van beelden van mijzelf en een persoon die plots in een psychose verkeerde;
3 als laatste de samenvatting: advaita gezien tegen het licht van ‘beelden zien’, en de constatering. 


1 Verleden

Beelden zien
Als enig kind van oude ouders, 44 en 51 jaar, groeide ik op in een huis vol ruzie. Er was echter wel liefde voor mij. Een kind met veel lichamelijke klachten dat desondanks gewoon kon functioneren in de maatschappij. Hoewel er altijd het gevoel was er niet bij te horen. Waarom niet? Dat was een vraag waar geen antwoord op was. Wanneer ik tekende en schreef, dan was ik pas echt gelukkig, vrij.
Van jongs af aan waren er beelden die anderen tot mijn grote verwondering niet zagen. Beelden zoals een groot rond oog, of een geweldig licht, lichte wezens zonder gezicht, of voorspellende dromen, mensen die gestorven waren die me kort daarna vertelden hoe goed het met ze ging, enzovoort.

Depressie
Na de geboorte van het tweede gezonde kind in een mooi huwelijk (nu 31 jaar) kwam ik in een toestand van verdriet te verkeren. Ik herinner me:
“Is dit het nu? Wat doe ik hier, ik hoor hier niet. De zon hoeft voor mij niet te schijnen, laat hem maar verdwijnen.”
Eigenlijk liever dood willen. Ik praatte bijna niet, maar inwendig schreeuwde ik het uit van een onverwoord verdriet. Ik wilde ook wég, maar wist niet waar naar toe.

In de nachten hard huilend wakker worden! Ik voelde me totaal verlaten en eenzaam, ondanks de liefdevolle echtgenoot. De beelden waren weg, het interesseerde me niet, ik zat diep in een put. Ik wilde geen hulp, verborg het, schaamde me en gelijktijdig was er een sterk gevoel van: ik moet het alleen doen.

Uiteindelijk is dit strijden overgegaan, ik vermoed door de toewijding van en naar het gezin.
Maar de onderhuidse droefheid bleef altijd aanwezig.
Altijd wilde ik weg, naar verre landen, weg van huis en mezelf, hoewel ik alles had wat mijn hartje maar kon begeren.

En de beelden bleven vanzelf komen.
De lichamelijke klachten werden erger: van allergie voor 14 dingen tot angina pectoris. Ik lag twee keer op de hartbewaking. De kleine bloedvaatjes kwamen in langdurige krampaanvallen te verkeren, zodanig dat de zuurstof naar het hart stagneerde. De pijn was onverdraaglijk. Soms zag ik dat ik ineens naast het lichaam stond, vrij van pijn.

Vanaf mijn 33e tot mijn 51e gaf ik yogales en les in intuïtief schilderen. Dat was succesvol, er waren jaren van 80 mensen in de week. In sommige periodes kon ik door de lichamelijke klachten alleen het lesgeven nog opbrengen omdat ik dit het allermooiste vond, en lag de rest van het normale leven stil. Echtgenoot zag het goed: “Doorgaan met lesgeven houdt je op de been”.

Op mijn 50e in maart 2000 startte ik met een studie filosofie op de Erasmus en kwam geheel toevallig bij Douwe Tiemersma terecht en met advaita in aanraking. 


Direct na het bijwonen van het tweede symposium ‘Verknipt of Verlicht’ werd ik in de privésfeer betrokken bij een jong persoon die plots in een psychose zat.
Mij trof ogenblikkelijk de overeenkomsten en verschillen tussen ons en noteerde ze. 


2 Verschillen in het zien van beelden bij psychose en bij mijzelf

13-02-2002

Degene die in een psychose zat: De beelden kwamen ineens op, zonder aanwijzing van tevoren; nooit eerder gehad. Ze kwamen tegelijk met de psychose.
Pia: De beelden waren bij mij al het hele leven aanwezig. Tijdens de depressie waren ze er niet!

Hulp hierbij is absoluut nodig; er is zelf niet alleen uit te komen. Een schreeuw om hulp.
P. Geen hulp nodig, omdat er nergens uit te komen viel. Acceptatie.

Angst om ze te zien, te horen, ook in angst zijn dat ze weer kunnen komen.
Geen aanwezigheid van een angstgevoel.

De beelden schijnen van buitenaf naar binnen te komen, alsof er een ander is die alles zegt en bepaalt.
De beelden zaten in mezelf, ‘de beelden zelf Zijn’.

Ze zijn alleen negatief.
Ze waren altijd positief.

Ze geven opdrachten die eigenlijk niet gedurfd of gewild worden.
Ze gaven nooit opdrachten.

Hardop stemmen horen.
Nooit hardop stemmen horen.

Kwaadaardige gezichten zien van bekenden en onbekenden.
Geen gezichten gezien, behalve van een paar ‘aanwezigen’ en van pas overledenen.

Weg willen, uit huis, uit familie, uit lichaam, uit leven.
Geen neiging tot vluchten.

‘Het’ is sterker dan degene zelf. ’Het’ overheerst.
Net zo sterk zijn als de beelden zelf; ze ook af kunnen breken wanneer dat gewenst is.

Nieuwe, vaak lelijke ideeën, die in de vorm van gedachten komen.
Er werd niet gedacht, de beelden werden alleen opgemerkt, zoals je een stoel in je kamer ziet staan; daar denk je niet bij na.Je constateert.

Verward zijn en verward zien.
Totale helderheid, dus geen verwarring.

Bevestiging willen van iedereen, van het gelijk hebben. Geen tegenspraak was mogelijk, wat je zag dát was de werkelijkheid.
Geen bevestiging of ontkenning nodig.

Partner niet meer herkennen.
Geen verandering in herkennen van mensen om me heen.

Moet soms gedwongen worden door anderen om in beweging te blijven, in het dagelijkse leven. De beelden moesten uit het hoofd gepraat om in dit dagelijkse leven te kunnen functioneren.
Vanzelf in beweging (het dagelijkse leven) blijven, de beeldenwereld hoorde er gewoon bij.

De Overeenkomsten

- De beelden komen zonder dat ze bewust worden opgeroepen, bij haar constant, bij mij voornamelijk tijdens ontspanning, vlak voor het inslapen en na het wakker worden.
- Het wereldse leven is niet meer het enige, de allerbelangrijkste werkelijkheid; ook die andere wereld is mogelijk, zo ondervinden we beiden.
- De innerlijke overtuiging hebben: Ik weet het alleen; niemand weet het beter, want wij ‘zien’ de beelden direct; geen twijfel en geen tegenspraak is mogelijk.
- Los-laten. Door allebei moet het worden losgelaten, dat weten we intuïtief. Alleen de reden om het los te laten schijnt verschillend te zijn; bij de ander om de angst kwijt te raken om weer te kunnen functioneren; bij mij omdat er ingezien werd dat die beeldenwereld óók een wereld van illusie, dus niet de ‘ontspannen’ Werkelijkheid is. 


3 Samenvatting

Even werd er helemaal niets anders gedaan dan advaita-filosofie in de vorm van colleges volgen, satsangs bijwonen en de e-mail begeleiding. De suggestie van Douwe: alles loslaten, terwijl alles er gewoon ook mocht zijn, werd gevolgd.
Los laten in Openheid. Alle (overigens mooie) beelden werden losgelaten en mochten er toch gewoon zijn. De helderheid ging voorbij beelden en vormen. Er werd gestopt met yogales geven. Doorgaan met helder gericht op de Openheid blijven, steeds opnieuw, dat was het enige wat er bestond; eigenlijk heel simpel. Er was volkomen vertrouwen. Bemerkte dat het waar was wat hij steeds weer herhaalde: helder blijven in de Openheid; zo kun je alert blijven op blokkades om ze los te laten.Ik bleef dezelfde maar toch anders, zie Constatering. De dankbaarheid voor het onderricht, hulp en bemoediging was (is) groot zonder dat er een afhankelijke situatie ontstond. Hij liet de Opening zien maar (dit zei trouwens ook degene die in de psychose zat): uiteindelijk gebeurt het helemaal door jezelf al(l)een.

In gesprek met Douwe: “Er zijn geen vragen meer.”
Later, Douwe: “Een gesprek is niet meer nodig.”


Constatering

- De beelden zijn verdwenen. In-Zien van de illusie.
- De lichamelijke klachten zijn vrijwel weg, de littekens zijn er natuurlijk nog: beiden raken niet.
- Beweging in het leven is vrij.
- De droefheid is weg, geluk er voor in de plaats.
- Rust, omdat er geen onrust meer is.
- Niet-afhankelijk.
- Geen behoefte meer om weg te gaan, naar bijvoorbeeld verre landen (vroeger prioriteit nr. 1) ‘het is overal het Zelf-de’.
- ‘Het weten is tot rust gekomen’.
- Een gedachte IS geen gedachte, omdat wanneer er aan Niets gedacht wordt, het denken niet iets IS.
- Wanneer er nog dingen opkomen worden ze direct onderkend.
- De relatie advaita leraar-leerling: ’Eén blik is voldoende’.

Deze ont-wikkeling betekende dat elke spanning werd los gelaten: in de Openheid is er absoluut totale ontspanning. Toen ontstond vanuit dat niets (niet-iets) doen, wat wil zeggen ‘Helder in de Openheid zijn’, komt alles vanzelf weer op gang.
Een sprookjesboek is in de maak, evenals een CD met ontspanningtechnieken. Er worden stukjes geschreven voor een Ayurveda-tijdschrift. Binnenkort wordt er begonnen met een cursus voor stervensbegeleiding.

Het tweede en gelijk laatste gesprek zal er één zijn zonder woorden.

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod