4 - Stervensbgeleiding - een oriëntatie


Lars Overhaus

Het woord stervensbegeleiding heeft wel enige verheldering nodig. Volgens van Dale is de betekenis van het woord begeleiding: op weg vergezellen, met raad en daad bijstaan, coachen. Vanuit deze betekenis van het woord komen er twee aspecten sterk naar voren.
Vanuit 'begeleiden' zoals bedoelt in 'op weg vergezellen', zou je kunnen stellen dat begeleiden niet zo zeer een activiteit is, maar juist iets 'passiefs' in zich heeft. 'Op weg vergezellen' vindt dan zijn betekenis in 'het meelopen', 'een luisterend oor bieden' en in 'het aanwezig zijn'.
Vanuit begeleiden zoals bedoelt in: 'met raad en daad bijstaan' en 'coachen', heeft begeleiden juist wel 'een activiteit' en 'iets doen' in zich. In deze betekenis van het woord is het begeleiden meer; 'een leiden', 'voorop lopen', 'de weg wijzen' en helpen.

Er lijkt een tegenstelling tussen deze twee betekenissen te zijn, namelijk het 'passieve' ('er zijn') en het 'actieve' ('met raad en daad') aspect. Maar, er zijn ook veel overeenkomsten in beide betekenissen, zoals het helpen ('door er te zijn') en het helpen ( 'door raad en daad').

De kwaliteit van de begeleiding wordt voor het grootste deel bepaald door de mate waarin de begeleiding als antwoord aansluit op de hulpvraag. Hoe beter de begeleiding aansluit op de hulpvraag, des te beter de begeleiding is. Zie bijvoorbeeld het begeleiden van een blinde. Als een blinde zich eenzaam voelt, en zijn grootste behoefte is de aanwezigheid van iemand, zal hij er mee geholpen zijn als er iemand aanwezig is, een stukje met hem meeloopt, hem vergezeld en een luisterend oor bied. Als een blinde de weg niet weet, of de weg kwijt is, heeft hij niet genoeg aan een luisterend oor of aan iemand die wel 'een stuk je met hem meeloopt'. Hij heeft dan wel iets aan iemand die hem leidt en de weg wijst. Noodzaak hierbij is natuurlijk dat degene die hem leidt en hem de weg wijst, zelf de weg wel weet. Anders is de kans groot dat hij de blinde de verkeerde kant op stuurt. In de praktijk zal het veelal zo zijn dat een goede begeleider, 'er is', 'een luisterend oor kan bieden' én de weg weet en dus ook de goede weg kan wijzen.

Bovenstaand voorbeeld zou je ook kunnen toepassen op het begeleiden van stervenden. Stervensbegeleiding vindt dan plaats vanuit het 'passieve' perspectief: 'er zijn' en 'een luisterend oor bieden' voor de stervende, én vanuit het 'actieve' perspectief: de stervende 'leiden' en 'de weg wijzen'. Ook hier zal de begeleider 'de weg moeten kennen', anders kan hij de stervende niet 'de goede weg wijzen'. De stervensbegeleider die de 'actieve rol' op zich neemt, zal dus 'de weg van het sterven' moeten kennen.

In de praktijk zijn er gelukkig velen die de 'passieve' rol ( 'er zijn' en 'een luisterend oor bieden') op zich nemen. Dit kan iedereen zijn die met de stervende te maken heeft, zoals familie, vrijwilligers, verpleegkundigen, vrienden, buren, artsen, geestelijk verzorgers, enzovoort.
Wat betreft de 'actieve' rol ('leiden' en 'de weg wijzen'), wordt deze mijns inziens niet tot nauwelijks goed ingevuld. Velen die 'actieve' stervensbegeleiding praktiseren handelen toch veelal vanuit 'geloof' en 'overtuiging'. Beter zou zijn als degene die de stervende begeleidt, de weg niet wijst vanuit 'geloof' en 'overtuiging', maar zou handelen vanuit weten, dat wil zeggen, dat de begeleider zelf weet wat sterven is. Met weten bedoel ik in deze context niet 'het abstracte kennen', 'geloof' of 'overtuiging' maar het 'gerealiseerde weten'. Je zou misschien zelfs kunnen stellen dat een goede stervensbegeleider zelf 'de dood gerealiseerd' moet hebben. Dan kan hij een antwoord bieden op de hulpvraag van de stervende en de stervende leiden naar de dood. Daarom denk ik dat er behoefte is aan stervensbegeleiding vanuit de Advaitatraditie.
Wie gaat er dood?


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod