8 - Samenvallen met de pijn

Samenvallen met de pijn
Dr. Douwe Tiemersma: beperkt ik-gevoel maakt het lijden groter

Interview door Herman Snijders.

Voor het lijden van de mens hebben de verschillende godsdiensten en spirituele stromingen hun eigen benadering. De wijsgerige antropologie en interculturele filosofie gaan hierover. Dr. Douwe Tiemersma doceerde deze vakken aan de Erasmus-universiteit. Wij stelden hem de vraag: hoe ga je om met psychische pijn?

Tiemersma: ‘Pijn hoort bij het leven. In de lente openen de bloemen zich. Maar die bloem kent, net als jij, naast bloei ook aftakeling en verdwijnt uiteindelijk weer. Dat moet op de koop toe genomen worden. Als je het over leven hebt, dan hoort daar groei en bloei bij, maar er hoort ook pijn bij.

Maar is die pijn soms niet onevenredig verdeeld? Als je een angststoornis hebt, dan lijd je onevenredig veel psychische pijn.

Pijn hoort bij het leven, maar als mensen allerlei vormen van lijden ontwikkelen in verband met pijn, als er angsten bij komen, dan heb je een hele andere situatie.

Vormen van lijden ontwikkelen?

Dan gebeurt er iets met die pijn. Want wat gebeurt er waardoor lijden ontstaat? Dat gebeurt niet in elk organisme. Dan gaat het om een menselijk organisme dat vanuit een beperkte situatie die pijn ervaart en zegt: ‘verschrikkelijk, ik wil dit niet’, die zich verzet. Wanneer alles werkelijk losgelaten kan worden, als je bent zoals de bloemen die bloeien, de pijn automatisch inbegrepen, dan blijft het open.

Zegt u nu dat het verzet het probleem is?

Er is een bepaald persoon die zich verzet tegen de pijn. En hoe groter de pijn, des te heviger het verzet en hoe heviger het verzet, des te groter is de pijn. Dat kan ook een positieve zin hebben. De grote vragen van het leven komen juist naar voren onder heel moeilijke omstandigheden met veel pijn. Dan kan er bewustwording optreden.

Bewustwording waarvan?


Dat verschilt. Het kan op een oppervlakkig niveau gebeuren. Dan ga je vragen stellen als: ‘hoe kan ik die pijn vermijden’ en ‘waarom is dat zo’, maar dan zit je in het denken en dan blijf je denken. Wat mensen doen in de ggz en de psychotherapie is natuurlijk allemaal prachtig; er is een probleem, door een stukje gedrag te veranderen verdwijnt dat probleem en klaar. Maar het is geen echte oplossing voor al die verwante problemen die daarna nog komen. Want het gaat niet tot de kern.

Wat is dan de kern?


Dat is inzien dat die zware toestand niet komt door de pijn die er nu eenmaal is. maar door het beperkte ‘ik’ dat denkt dat het allemaal op zijn schouders terecht komt. Want we maken allerlei tegenstellingen die ons beperken. Wanneer je zegt: ‘de pijn is kwaad’, dan is er direct de tegenstelling met wat goed is; een staat van vitaliteit zonder pijn. Als je die tegenstelling absoluut maakt, dan accepteer je de pijn niet en dan verlengt de pijn zich in lijden. In de natuur zie je dat niet. De natuur is mooi, maar elkaars prooi zijn hoort er ook bij. Het is eten of gegeten worden. En natuurlijk zal een dier zich op lijfelijk niveau verzetten tegen pijn, dat hoort bij het overleven. Maar de mens verzet zich ook daarbuiten tegen de pijn.

Dus je moet pijn niet te persoonlijk opvatten?


Het gaat om een werkelijk loskomen van de centrumgerichte ik-spanning. Je zijnssfeer komt dan open. Er is een openkomen van grenzen waardoor er geen scheiding meer is tussen jezelf en dat wat er gebeurt. Dan aanvaard je dat het gaat zoals het gaat. Het is zoals het is. Natuurlijk kunnen er nog vervelende gevoelens zijn, maar je zit er niet meer zo in vast. Dan neem je de pijn als een onderdeel van het leven, zoals in de natuur. Dat is werkelijk de enige oplossing.

Ik snap het nog niet zo, je maakt je ik beperkt door tegenstellingen groter te maken dan ze zijn en daardoor maak je de pijn erger dan het is, zoiets?

Al die tegenstellingen ‘dit vind ik leuk’ en ‘dat vind ik niet leuk’ bepalen grotendeels je gevoel van wie je bent. Zo neem je een identiteit aan die grotendeels wordt bepaald door het verzet tegen minder mooie dingen. Die beperkte identificatie en het verzet zijn twee dingen die bij elkaar horen. Dan is het óf die beperkte identiteit loslaten óf zeggen: ‘ik accepteer alles’, dat komt eigenlijk op hetzelfde neer. Wanneer alles geaccepteerd wordt, dan verdwijnt die hele structuur van een ik dat zich verzet tegen pijn.

Als je kind omkomt of je komt in een rolstoel, dan accepteer je dat niet zo makkelijk.


Natuurlijk is dat verschrikkelijk. Maar toch zul je ook met dat zware lijden in het reine moeten komen. Je hoeft het niet op het gewone menselijke vlak te accepteren, want het blijft verschrikkelijk. Maar op een bepaald niveau kan er een herkenning komen: ik kan er tegenaan blijven schoppen maar het is nou eenmaal zo gegaan.
Er zijn verhalen van overlevenden van de kampen in Auswitsch die het vol hebben gehouden omdat ze dat hele diepe lijden accepteerden. Het lijkt niet mogelijk voor mensen, maar blijkbaar zijn er dimensies die uitgaan boven wat wij normaal menselijk vinden. Wanneer je die pijn kunt accepteren, blijft er best wel pijn over, maar dat is dan inbegrepen in dat grote geheel. Dan is er geen verzet meer.

In accepteren zit ook iets van fatalisme.


Een fatalist is iemand die zich eigenlijk wil verzetten, maar dat heeft opgegeven omdat het toch niet lukt. Dan accepteert hij het noodlot, het fatum. Maar als het werkelijk helemaal openkomt, verdwijnt de notie van ik tegenover het gebeuren, Er is dan acceptatie, maar je gaat nog steeds naar de tandarts als je kiespijn hebt.

Hoe doe je dat, accepteren? Is het iets wat je kan leren?


Het is veel meer een herkenning. Als je bij de tandarts bent en je verzet je tegen de pijn, dan identificeer je je juist met die kies. Terwijl als je zegt: ‘laat maar komen, ik duik in die pijn’, dan verdwijnt die structuur van verzet en lijden.

Zou je kunnen zeggen dat je het puur op het lichamelijk gewaarworden houdt, zonder het denken dat vergelijkt en tegenstellingen maakt?


Dan maak je het in ieder geval niet groter door het denken. Maar ook al beperk je het tot een gevoelservaring van die pijn, dan is er nog steeds een iksfeer tegenover de pijnsfeer. Dan blijft die structuur van ik tegenover pijn.

Je zou dat ’ik’ eraf moeten halen, dan is er alleen pijn.


Nog sterker, er moet een sfeer zijn waarin je die pijn van binnenuit zelf bent. Wanneer je werkelijk samenvalt met de pijn, dan kom je in het centrum van die pijn. Is er dan nog pijn? Nee. Als ik naar mijn bril kijk, dan kan ik er van alles van zeggen. Zet ik hem op, dan is er geen bril. Waarom niet. Omdat het object bril samenvalt met mij als subject dat ziet.

Ja, als je het zelf bent, dan …


Dan ben je het zelf van het verschijnsel. Dan is het niet meer een verschijnsel dat van een afstand naar je toekomt en je wilt het niet.

Ik snap het beeld wel van de bril die op je hoofd komt, maar hoe je dat precies doet …


Je moet het gewoon eens uitproberen als je ergens een klein beetje pijn hebt. Niet als de pijn heel sterk is, want dan is het verzet vaak ook te sterk. Maar die kiespijn. Probeer dat eens te accepteren tot je geen afstand meer ervaart tussen jezelf en die kiespijn.

Is dat je aandacht er naartoe brengen?


Die aandacht wordt vanzelf wel opgeroepen als je kiespijn hebt, daar hoef je geen moeite voor te doen. Het gaat erom dat je van die pijn niet je vijand maakt. Als je je vijanden liefhebt, dan heb je geen vijanden meer. Omdat je die ander bent.

Veel mensen zullen zeggen dat je juist afstand moet nemen van pijn. Als je het minder belangrijk maakt, dan heb je er minder last van.


Zolang er nog een ik-lijd-pijn-ervaring in die afstand wordt geschapen, is de fundamentele problematiek niet weg. Want het lijden ontstaat door die structuur van: ‘ik hier en de pijn daar en ik wil die pijn niet.’ Je kunt wel afstand nemen, maar laat die afstand dan wel oneindig groot worden. Ga er niet halverwege mee stoppen. Want dan ben je er nog door gefascineerd. Dan houd je er nog een innerlijke relatie mee en je hebt er een oordeel over ‘dat wil ik niet.’ Als je doorgaat, dan gaat het omklappen en zie je dat alles in de sfeer van jezelf als openheid komt. Dus in wezen is het hetzelfde.

Ik snap het niet zo dat afstand nemen van pijn hetzelfde is als opgaan in pijn.


Omdat de pijn ook op die manier samenvalt met het grenzeloze zelf-zijn. Als die bril iets is wat je steeds weer ziet, als je je daar helemaal op fixeert, dan word je specialist in brillen of zo, maar dan is die bril het belangrijkste wat er is. Totdat je ziet dat de wereld veel groter is. Dan praat je niet meer over die bril. En bij pijnbestrijding wordt dit ook verteld: ‘denk nu eens aan de mooie dingen.’ Wanneer dat wordt doorgezet, dan merk je dat de eigen sfeer steeds groter wordt en dan wordt de pijn ook geaccepteerd. Het gaat er om dat je in beide situaties voorbij het begrensde ik komt dat het ene wel accepteert en het andere niet.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod